Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1781(1781)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende De onstervelyke dichter. Held Criton, die om stryd veel vaarson heeft geschreeven, Dacht daardoor, en met recht, onstervelyk te leeven: Dan, hoe hy rymt, of dicht, of schryft, Hoe hoog hy ook zyn zangtoon dryft, 't Is al vergeefsch. Het dwaas gemeen Verächt zyn arbeid, zonder reên. Wat zang, dus roept hy uit, wat dichtstuk vang ik aan, Dat ik me eens zie bekranst met groene lauërblaân? Ach! zeg me Apol, waardoor 'k de onsterflykheid verwerf? - En wat was 't antwoord toch? ‘Myn goede Criton! - sterf’. Vorige Volgende