meeste gevallen, eenen daadelyken invloed op de geneeswyze der ziekte hebben, jonge Geneesheeren niet genoeg kunnen ingescherpt worden.
De beroemde Hoogleeraar Gaubius heeft, voor eenige jaaren, een byzonder Werk, onder den Titel: Methodus Concinnandi Formulas, uitgegeeven, 't welk, wegens de voortreffelyke regelen, die, met betrekking tot Geneeskundige Voorschriften, daarin worden aan de hand gegeeven, niet genoeg kan geleezen worden. Het Boek van den Hoogleeraar Gruner, 't welk wy thans voor ons hebben, en waarvan wy onzen Leezer kortelyk den zaakelyken Inhoud zullen mededeelen, is tot dat zelfde oogmerk ingericht.
Naa dat zyn Hooggeleerde, in de Inleiding, eenige algemeene regelen omtrent de Geneeskundige Voorschriften heeft ter neder gesteld, zo gaat hy tot de byzondere soorten derzelven over, en brengt ze onder twee Hoofddeelen.
In het eerste Hoofddeel geeft de Schryver regelen op, die men by het t'zaamenstellen en voorschryven van vaste of minder vloeibaare Geneesmiddelen heeft in agt te neemen: de byzondere soorten deezer t'zaamengestelde middelen zyn: Poeijers, Brokken, Conserven, Pillen, Zalven, Pleisters en Steekpillen. Het tweede handelt over de Cautelen, die by het voorschryven van vloeibaare Geneesmiddelen dienen in 't oog gehouden te worden, en hieronder brengt de Schryver de uitgeperste Zappen, de Aftrekzels, de Afkookzels, Mixturen, Stroopen, Inspuitingen, en de Stoovingen. By ieder deezer byzondere soorten van Voorschriften zyn, ter opheldering der voorgestelde regelen, eenige formulen uit de Schristen van verscheiden beroemde Geneesheeren bygebragt. - Wy kunnen niet voorby, aan te merken, dat dit Boek niet in allen opzichte aan onze verwachting voldaan heeft: de regelen, die de Schryver opgeeft, zyn voor 't grootste gedeelte uit het boovengemelde Werk van den Hoogleeraar Gaubius overgenoomen, en waarvan 'er veele onzes bedunkens hadden kunnen weggelaaten zyn: de formulen zyn zommige zo nutteloos omslagtig t'zaamengesteld, dat zy geenzints aan den Hoofdregel van eenvoudigheid beantwoorden, en de Schryver heeft hieromtrent denzelfden misslag begaan, die hy in de Voorschriften van den Heer Gaubius berispt. Bladz. 22. No. 5. zegt de Schryver, dat men zorgvuldig moet in acht neemen van geene tegenstrydige middelen t'zaamen te voegen: ook hier schynt hy niet aan de Mixtuur van Riverius, nog aan de Theorie der vaste lugt, ge-