Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1780(1780)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 489] [p. 489] Aan Morosus. Morosus! die zo breed van 's Hemels zegen meldt, Daer ge u een ruime maat van schatten toe zaagt voegen, En, met een brave vrouw, het wenschlykst vergenoegen, Terwyl geen wroeging ooit uw teêr geweten kwelt. Myn lot schynt tegen 't lot, u toebedeeld, gesteld; 'k Blyf rusteloos den grond van myn geluk beploegen; Terwyl de weêrspoed steeds myn peinzen, pogen, zwoegen: Op hoop van heil en rust, met ramp op ramp vergeldt. Gy leeft, bedroefd van geest, by zoo veel zegeningen: Ik durf, by 't groeijend leed, nog vaak blyhartig zingen: U streelt dit leven niet - aan 't volgend twyfelt gy: Ik vind geneugte en troost in dit en 't eeuwig leven. Gy hebt u in de school van Epikuur begeven. - Morosus dwaalt gy ook? Want kristus leerde my. 1780. gaudens. Vorige Volgende