Bedenkingen over het geene, dat omtrent de Krygsraden in de Guarnizoenen van den Staat der Vereenigde Nederlanden nog diende te worden vastgestelt. 21 bladz. in gr. octavo.
Volgens den Schryver deezer Bedenkingen, zyn onze Krygsraaden niet genoeg voorzien, van 't geen ter behoorelyke uitvoeringe van hun Militair Regtsgebied noodig geoordeeld mag worden. 't Komt ons in den eersten opslag wel eenigzins vreemd voor; doch 't zou kunnen zyn: wy vermeeten ons niet beslissend te oordeelen, over 't geen het Militaire betreft; daar dit eene geheel byzondere Studie is, daar niemand van ons Gezelschap zig opzetlyk op toegeleid heeft. 't Zy dan genoeg kortlyk te melden, het hoofdzaaklyke van 't geen de Autheur vordert, ter vervullinge van het geen 'er aan ontbreekt. 1. De Krygsraaden behoor en hunne eigen en byzondere Wetten te hebben, by een vergaderd in een Boek, 't welk ten tytel zou mogen hebben: Wetboek van den Volke van Oorlog, in dienst van den Staat der Vereenigde Nederlanden. 2. 'Er moest een behoorlyk getal Advocaaten of Procureurs, immers twee, aangesteld worden, die de zaaken van de twistende partyen voor de Krygsraaden konden uitvoeren; en door dezelven gelast worden, om de onvermogenden voor niet te dienen. 3. 't Zou raadzaam zyn eene korte manier van procedeeren in te voeren; en de Jura der Bedienden, voor het waarneemen van zaaken voor den Krygsraad, gelyk ook voor het opstellen van bescheiden, uitdrukkelyk te bepaalen: ook zouden die Jura, met opzigt tot de gemeene Soldaaten, gering dienen te zyn 4. Men zou ook hebben te bepaalen, wat zaaken en persoonen voor de Guarnizoens Krygsraaden, en wie voor den Hoogen Krygsraad, zouden behooren. 5. Voorts moest de rang van de Auditeurs mede vastgesteld, aan dezelve ook eene manier van