Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1780
(1780)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijPolitike Brieven over verscheiden gewichtige onderwerpen, betrekkelyk, zo tot het Staatkundig als Huishoudelyk bestier der Republiek. Door Jonkheer L.Th. Grave van Nassauw la Leck, Extraordin. Raad van Z.D.H. in den Graaflyken Hove van Culenburg, enz. Eerste Stukje. Te Utrecht by G.T. van Paddenburg, 1780. In groot octavo 64 bladz.Met de afgifte van dit Stukje, vangt de Grave van Nassau la Leck eene nieuwe briefswyze behandeling van nutte onderwerpen aan, in welker overweeging de Natie geagt mag worden een onmiddelyk belang te hebben. Hy stelt zig naamlyk voor, | |
[pagina 398]
| |
onze aandagt te vestigen, niet als voorheen, grootlyks op de Staatkunde en Belangen van andere Mogenheden maar ‘op de eigenlyke Staatkundige belangen, en eenige Poincten, betreklyk tot het huishoudelyk bestier van ons Vaderland’. Omtrent Stukken van die natuur staat hy, van tyd tot tyd, zonder zig egter aan tyd of stoffe te bepaalen, zyne gedagten openlyk ter toetse voor te draagen Het ontwerp heeft zeker iets aanlokkends; en de manier van uitvoering, voor zo verre dit eerste Stukje iets uitwyst, zal, vertrouwen we, gevallig zyn, voor hun die smaak hebben, in deeze soort van navorsching. Zyn Ed. schikt dit eerste Stukje, tot een onderzoek, in hoe verre de Cumulatie of ophooping van veele Ampten, op eén Persoon, nuttig of schadelyk zy? en beweert, dat 'er zeer billyke reden zyn, die toonen, dat deeze Cumulatie van Ampten allernadeeligst is. De reden, welken hy, ten bewyze hier van, breeder uitgewerkt, bybrengt, zyn de volgende. ‘1. Het groot crediet, en de groote invloed in zaken. die iemand daardoor verkrygt, kan wel eens nadeelig voor het Land zyn. 2. Het Land loopt daardoor gevaar van, zo niet kwalyk, ten minste maar tamelyk wel gediend te worden. 3. 'Er kunnen hierdoor groote vertragingen in 't afdoen van zaken, zo in het Staats als Burgerbestier, te weeg gebragt worden. 4. Veele Steden en derzelver Burgers of Inwooners lyden daardoor merklyke schaden. 5. Zulks is der Populatie hinderlyk, vermids het veelen van een middel van bestaan priveert, en van 't huwelyk af houdt. 6. Het neemt de Emulatie of den nayver grootendeels weg. En eindelyk 7. het moedigt aan den eenen kant de weelde en de pracht te veel aan, terwyl het aan den anderen kant veele berooide Famielen en Huisgezinnen veroorzaakt.’ - Onze Autheur, deeze reden bondig aangedrongen hebbende, merkt 'er verder nog by aan, dat deeze Cumulatie der Ampten altyd veel nadeeliger is in een Gemeenebest, gelyk het onze, dan onder eenigen anderen Regeeringsvorm. Doch hy laat dit, als buiten zyn tegenwoordige bestek, voorts aan zyne plaatse; en beantwoordt wyders de voornaamste reden, die men gewoonlyk, ter begunstiginge van de ophooping veeler Ampten op één Persoon, te berde brengt; mitsgaders eenige vraagen, die hy begrypt, dat men hem ligtlyk, uit hoofde van zyne gezegdens nopens dit onderwerp, zou kunnen voorstellen. Zyn Ed. behandelt dit Stuk, zo van den eenen als anderen kant met eene onkwetsbaare bescheidenheid, zelfs in pointen, die men eenigzins teder zoude mogen agten Op byzonderheden in deezen staan te blyven, zou ons te wydloopig doen worden, de Leezer dient ze in 't geheele verband, met de beantwoording der tegenbedenkingen, na te gaan. Alleenlyk kunnen wy, daar 't ter nadere ophelderinge van 's Mans algemeene afkeuring van de Cumulatie der Ampten strekt, niet wel afzyn van de eenige exceptie, welké zyn Ed. erkent plaats te mogen hebben, nog te melden. | |
[pagina 399]
| |
‘Daar is, zegt hy, één eenig geval, waarin het geoorlofd zou kunnen zyn, een tweede Ampt aan iemand te geeven; namenlyk; wanneer de possesseur van een Ampt, uit de daaraan verknochte jaarwedden, geen redelyk bestaan kan hebben. Dan geloof ik, dat, zonder myne gronden tegen te spreeken, aan zodanig Amptenaar een tweede post zou kunnen gegeeven worden, ten einde, door deeze vermeerdering van inkomen, hem dat geene te bezorgen. 't geen een Amptenaar, en wel niet minder, mag hebben, om, zo hy een fatsoenlyk Man is, als zodanig te kunnen bestaanGa naar voetnoot(*). Evenwel voeg ik 'er dan deeze bepaaling by, dat het tweede Ampt niet heel groot of lucratief moet zyn, en vooral van dien aart, dat hy het gemaklyk en goed, gelyktydig met zyn eerste Ampt, kan waarneemen, zonder één van beiden te moeten verwaarloozen, of op een ander te laaten aankomen.’ |
|