Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1780
(1780)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijPlan ter verbeteringe van Neerlands Zee-wezen. Te Amsterdam by D. Schuurman. Behalven de voorafgaande Aanspraaken 86 bladz. in gr. octavo.Een vroeger Plan van deezen Schryver diende, ter verbeteringe van de schikking der Tractementen en Gagien der Zeevaarenden, ter aanmoediginge des Volks, om onze Schepen des te beter van Manschap te voorzien; door te wege te brengen, dat het Oorlogsvaaren als het profitabelst geadmireerd, en de werving, om Volk te krygen, veel williger zou wordenGa naar voetnoot(*). Hieraan verknogt hy nu een tweede Plan, strekkende, om niet alleen des Lands Oorlogschepen, maar ook die der Compagnie, | |
[pagina 268]
| |
en verder alle Schepen, altoos zo veel bevaaren, of zo goed als bevaaren Volk te bezorgen, als zy benoodigd zouden zyn; met die voorregten; dat het (1.) zo veel Geld en moeite niet zou kosten als het nu doet; (2.) dat de Matroozen, in 's Lands Zeedienst, even als onze Landmilitie, in Uniform gekleed konden zyn, zonder dat zulks het Land een Duit zoude kosten; en (3.) eindelyk, dat het zou kunnen strekken, tot meer Volkrykheid en het stigten van nieuwe Colonien in deeze Landen, als ook tot het bloeijen der Nederlandsche Fabricquen in 't algemeen. - Het Project van eene blyvende Zeemagt, dat veeler goedkeuring in ons Vaderland wegdraagt, en in deezen ten sterkste aangepreezen worde, brengt natuurlyk op het tapyt, de vraag; Waar uit zal dezelve onderhouden worden? En hier toe slaat onze Schryver voor, het droogmaaken van het Haarlemmer-Meer; waarop 's Lands Vaderen de vereischt wordende penningen tegen 3 ten honderd zouden kunnen negotieeren; en waar uit Hun Hoog. Mog. volgens des Autheurs berekening, ‘niet alleen het nodige geld en zelfs meer tot oprichting eener vastblyvende Zeemagt zouden bekoomen, maar ook in staat zyn, die zelve Magt op de lange weg te onderhouden.’ - Dit Plan, van 't welke hy zig alle de opgemelde voordeelen in dit geval belooft, werkt hy in 't breede uit; met eenige verdere nevensgaande bedenkingen en raadgeevingen, nopens het aanmoedigen der Zeevaarenden. Overtuigd van de gegrondheid zyner voorstellingen, plaatst hy aan 't hoofd van dit zyn Geschrift vyf onderscheiden Aanspraaken, te weeten, aan zyne doorl. hoogheid, aan Hun Ed. Mog. ter Admiraliteit, aan de Bewindhebbers der Oost- en Westindische Compagnie, aan de Leden der Oeconomische Maatschappyen, en aan de Heeren Kooplieden, benevens verder alle dezulken, die belang by Nederlands Commercie hebben; in welken hy op het gewigt van dit Stuk, het vormen van eene blyvende Zeemagt, aandringt, en verzoekt, dat men zig, op het goedkeuren van zyn Plan, als vereenige, om de uitvoering daarvan te bevorderen. Alles toont een welmeenenden yver; doch het is te wagten, dat de Autheur zyn Plan met al te gunstige oogen aangezien zal hebben, om 'er een bestendig genoegen van te erlangen. |
|