Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1779

Nuttigste gedagten.

Hoe zigtbaar zou de Mensch een blank gemoed vertoonen;

De Waarheid hulde doen; - naar kunde en wysheid staan;

Te vrêen zyn met zyn lot; - op 't spoor der Godsvrugt gaan,

En de onvolmaaktheên zyns natuurgenoots verschoonen;

De vrede, liefde en trouw zoude altoos by hem woonen;

De oprechte dankbaarheid doorstraalen in zyn daân;

Waare edelmoedigheid, - geen opgeblaazen waan,

Noch zugt naar slaaven loon - zou hem tot weldoen troonen;

Hy leende aan lasterzugt en afgunst tong noch oor;

Schoonschynende agterklap kreeg nooit by hem gehoor;

Belang of nood deed hem zyn woord noch eed verbreeken;

Kortom, hy dreef met eer, met pligt, noch deugd, den spot;

Wanneer hy immer dagt; ‘Een vlekk'loos heilig God

Doorgrond, beschouwt en hoort myn denken, doen en spreeken.’

w.h.