Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1779(1779)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende De vaderlyke raad. Myn Zoon, hoe welgegrond zal zig myn ziel verblyden, Wanneer gy hartelyk de waare Wysheid mint! Zo ge al uw vlyt en kracht aan haar belang verbind! En al wat haar mishaagt grootmoedig wilt vermyden. Moet ge op deze aarde al eens met moeilykheden stryden; Geen zwaarigheid, myn Zoon! de Wysheid overwint. Of zo ge u in den tyd van God gezegend vind, Dan zal ze u weder van ondankbaarheid bevryden. Zy doet u, door 't geloof, tot uw Verlosser gaan; Leert u uw Evenmensch, in liefde, by te staan; En sterkt u in de hoop op een toekomend leeven. Haar doen is blanke deugd; - haar vrugt een rein gemoed, Het voorwerp van haar leer, de bron van 't hoogste goed; En haar verwagting 't Heil, dat nooit u zal begeeven. w.h. Vorige Volgende