Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1779(1779)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Morgen-zang. Zyt welkom, blyde morgenstond! Die thans ons halve waereldrond Uw schoonheid komt vertoonen; En, door uw luister, glans en gloed, Ons, met verfriste kracht en moed, Ten bedsponde af komt troonen. Hoe, Luiaart! ligt gy nog te bed? Heeft wellust u misschien belet Ter regter tyd te rusten? Welaan! sta op! Merk uw gemis! Want thans smaakt al wat wakker is Een wellust der wellusten. Hoe lagchend roept Natuur ons toe, Komt! ziet het Gejtje, - 't Schaap, - de Koe, - Den toomeloozen Klepper - Het vliegend, zwemmend, groeiend ryk, Ja zelfs de Diertjes in het slyk; En looft met hun uw Schepper! 't Genoegen straalt uit elks gezigt. En Vee en Bouwman zien, verpligt, Hun hoop en welvaart streelen. De Steedling treed ter Stadpoorte uit; En luistert naar het maatgeluid Der kleine Filomeelen. Zyt welkom, blyde dageraad! Uw invloed weet ons toonen maat En zangstof aan te wyzen. Gy leert ons, door uw koest'rend vuur, Een Onderhouder der Natuur, Uwe en onze oorzaak pryzen. w.h. Vorige Volgende