lyk toestemmen, dat zy verdienen aangemoedigd te worden, om daarmede voort te vaaren. Volgens de thans gemaakte schikking is het Werk, dat zy voorneemens zyn stukswyze aan 't licht te geeven, tweeledig, als behelzende eerst eene Inleiding tot de hooge Meetkunde, en voorts eene verzameling van byzondere Voorstellen. Ten opzigte van het eerste deelt men ons in het tegenwoordige Stukje mede, eene Verhandeling, gaande over de Toepassing der Algebra op de Meetkunde, welke hier tot op de zesde Afdeeling deezer Verhandelinge ontvouwd wordt. Eerst draagt men voor de bepaalingen en algemeene Grondbeginzelen, welken tot deeze Leerwyze vereischt worden; hier aan volgen Regelen voor de Toepassing der Algebra op de Meetkunde, en de oplossing der Voorstellen: verder de handelwyze om de stelkunstige grootheden meetkundig uit te drukken: wyders gaat deeze Verhan leling hier nog over de meetkundige op ossingen der Vergelykingen van de eerste magt, en die der zuivere Vierkantsvergelykingen, welken geen tweeden term hebben; mitsgaders die der saamengestelde Vergelykingen van de tweede magt; als mede over de meetkundige oplossingen van verscheiden Voorstellen van de eerste en tweede magt; waaronder zommige onopgeloste Voorstellen, tot oefening van den Leezer, gevonden worden. - Het vervolg deezer Verhandelinge heeft men in het naastkomende Stukje te wagten.
Voorts bestaat het tweede gedeelte van dit Stukje, (dat met eene nieuwe Bladtekening begint, op dat men vervolgens ieder gedeelte afzonderlyk zoude kunnen schikken,) uit eene verzameling van Mathematische en andere Voorstellen. Ze zyn, ten getale van negen- en twintig, van verschillende soort, om, naar den aart van 't voorstel, Arithmetisch, Mathematisch, of Algebraïsch opgelost te worden. Verscheiden Leden van 't Genootschap hebben dezelven zamengesteld, en, zonder melding van de uitkomst, ter ontbindinge opgegeeven. Zodanige Leden, dien tyd, lust noch bekwaamheid ontbreekt, staan derzelver oplossing in één der volgende Stukjes voor te draagen; en ze worden intusschen ook anderen Liefhebberen ter oplossinge onder het oog gebragt. Het Genootschap vleit zig met het denkbeeld, (en wy hoopen dat het 'er in slaagen zal,) ‘dat 'er nog een groot aantal van Beminnaars der Mathematische Weetenschappen gevonden zullen worden, die, overtuigd van hunnen yver voor de bevordering der Wiskunde, hunnen arbeid onderschragen, en deel in hun Genootschap neemen zullen’.