Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1779
(1779)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 320]
| |
Geschiedenis van America, door William Robertson D.D. Opperste der Edenburgsche Hoogeschoole, en 's Konings Geschiedschryver van Schotland. IVde Deel, met Kaarten. Te Amst. by Yntema en Tieboel, 1779. In gr. octavo. Behalven een breedvoerigen Bladwyzer, 322 bladz.Wel ras wordt de begeerte der greetige Leezeren van dit dierbaar Geschiedkundig Werk voldaan: binnen zo weinig tyds als eene nauwkeurige en vloeibaare vertaaling, en eene zinlyke uitvoering in 't drukken toelaaten, ontvangen zy dit Vierde en laatste Deel, nevens de keurlyke Kaarten tot de Geschiedenis behoorende. Wy marren ook niet om 't zelve aan te kondigen, en onze Leezers te verzekeren, dat zy in 't zelve de verwagte voldoening hunner weetlust en nieuwsgierigheid zullen vinden: en, het uitgeleezen hebbende, nevens ons, wenschen, dat de Hooggeleerde Schryver voortvaare met de andere Stukken tot de Geschiedenis van dat Werelddeel behoorende, af te werken, en in 't licht te geeven: want, schoon deeze Vier Deelen, op zich zelven, een volkomen Werk uitmaaken, en daarom ook met een Bladwyzer beslooten worden, kan geen Geschiedenislievende nalaaten, te hoopen, dat robertson zyn geheele plan voltrekke, door de Geschiedenis van Noord-America, van het Portugeesche America, en van de vastigheden, door verschei e Volken van Europa op de West-Indische Eilanden gemaakt, te boek te stellen, en mede te deelen. Wagt hy, in deezen zynen arbeid, waar van hy reeds een gedeelte afheeft, ‘met de bekommerdheid eens goeden Burgers tot dat de gisting in Noord-America bedaare, en de ongelukkige Kryg, daar ontstoken, een einde neeme’, wy wagten met het verlangen na Geschiedkundige waarheid, in eenen bevalligen styl voorgedraagen, op dit heuchlyk tydstip. En kunnen, tot aanpryzing van het dus verre uitgegeevene Werk, zeggen, dat men noch in Schotland, noch in Engeland, daar tegen iets van eenig aanbelang in 't licht gegeeven heeft: deeze en geene handlanger in een Maandwerk moge, op de eene en andere byzonderheid, gevallen zyn; doch 't geen ons daar van onder 't oog gekomen is draagt zulke duidelyke kenmerken van Nyd, dat de lidtekens van dit zielsgebrek allerwegen doorsteeken: en zulk tegenschryven veel meer strekt tot eer dan schande des aangevallen Schryvers: een blyk opleverende, dat de scherpziende vitlust geene leemten heeft weeten te ontdekken, en, om egter iets te zeggen, verdraaijingen te baat neemt, of plaatzen, uit het verband gerukt, en daar door ontzenuwd, aanvoe t. Doch, wat houden wy onzen Nederduitschen Leezer op met iets 't geen meer in Engeland den hier t'huis hoort. Hy verlangt reeds den Inhoud van het VII en VIIIste Boek, in het tegenwoordig | |
[pagina 321]
| |
Deel begreepen, te weeten. Deeze komt hier op uit - VII Boek. - Beschouwing van de Instellingen en Zeden der Mexicaanen en Peruviaanen. - Beschaafde Staaten in v rgelyking met de andere Americaanen. - Laate oorsprong der Mexicaanen. - Bewysstukken, dienende om hunne vordering in beschaafdheid te toonen. - Hunne Staatkunde in onderscheide takken beschouwd. - Hunne Kunsten. - Bewysstukken, strekkende om kunne geringe vordering in beschaafdheid aan te wyzen - Wat begrip men uit de vergelyking van deeze tegen elkander overstaande bewysstukken hebbe op te maaken. - Aart van hunnen Gods. dienst. - De Peruviaansche Monarchy veel ouder. - De Staatkunde aldaar gegrondvest op den Godsdienst. - Zonderlinge uitwerkzels hier van. - Byzondere staat des eigendoms onder de Peruviaanen. - Hunne openbaare Werken en Kunsten. - Wegen. - Bruggen - Gebouwen. - Onkrygshaftige geestgesteltenis. - Beschouwing van de andere Landen onder de Spaansche Heerschappy in America. - Cinaloa, en Sinora. - California. - Yucatan en Honduras. - Chili. - Tucuman. - 't Koningryk van Tierra Firma. - 't Nieuw Koningryk van Granada. Het VIII Boek. Beschouwing van het inwendig Staatsbestuur, den Koophandel, enz. der Spaansche Volkplantingen. - De Ontvolking van America, het eerste uitwerkzel van hunne Vastigheden in dat Werelddeel. - Deeze was het gevolg niet van eenig Staatkundig plan, en moet geenzins aan den Godsdienst toegeschreeven worden. - 't Getal der nog overgebleevene Indiaanen. - Grandregels, waar op het Spaansche Stelzel der Volkplantingen gebouwd is. - Toestand der onder cheide rangen van Menschen in hunne Volkplantingen. - Chapetones, Creoles, Negers, Indiaanen. - Kerklyke Staat en Staatkunde. - Character van de Wereldlyke en Geestlyke Kerklyken. - Geringe vorderingen des Christendoms onder de Inboorelingen. - De Mynen, het hoofdvoorwerp van de aandagt der Spanjaarden. - Wyze van die te bewerken. - Derzelver voortbrengzels. - Uitwerkzels van het aanmoedigen van het bewerken der Mynen. - Andere voortbrengzels van Spaansch America. - Eerste uitwerkzels van deezen nieuwen Koophandel op Spanje. - Waarom de Spaansche Volkplantingen zo heilzaam niet geweest zyn voor het Moederland als die van andere Volken. - Misslagen in hun Stelzel, om deezen Koophandel te regelen. - Bepaald tot ééne Hav n. - Gedreeven door jaarlyksche Vlooten. - Sluikhandel. - Verval van Spanje in Volkrykheid en Rykdom. - Middelen tot herstel. - Beschouwing van de verstandige schikkingen der Vorsten uit het Huis van Bourbon. - Een nieuw en vryer stelzel ingevoerd. - Heilzaame uitwerkzels hier van. - Waarschynlyke gevolgen. - Handel tusschen Mexico en de Philippines. - Inkomsten, die Spanje uit America trekt. - Waar uit dezelve ontstaat - hoe veel zy beloopen. | |
[pagina 322]
| |
Dit is de hoofdinhoud van alles wat in de twee Boeken, die het tegenwoordig Deel uitmaaken, verhandeld wordt. Heeft de Wysgeerige Leezer met veel smaaks het Tweede Deel deezes Werks geleezen, en daar in den staat der Wilde Americaanen met de echtste en leevendigste trekken afgeschilderd gezien: hy zal in dit Deel, op nieuw, genoegen vinden met het overweegen van de vorderingen ter Beschaafdheid onder de Mexicaanen en Peruviaanen; door het welwikkend oordeel van den schranderen robertson op 't onderscheidenst nagegaan. - De Aardrykskundige treft hier berigten aan van de weezenlyke gesteltenis der onderscheide Landen aan de Spaansche Heerschappy, in de Nieuwe Wereld, onderworpen. - De Staatkundige ontmoet veele voorwerpen, zyner aandagtige overweeginge waar: dig. - De Koopman, en allen die betrekking hebben op den Handel, kunnen hier de lessen der Ondervinding hooren. - En de Weetgierigen in 't algemeen worden onthaald op onderrigtingen, strekkende tot het vermeerderen van hunnen voorraad van Kundigheden, of het verbeteren der reeds verkreegene. Van de Kunsten der Mexicaanen spreekende, laat zich onze Geschiedschryver in deezer voege hooren. ‘De voortgangen door de Mexicaanen gemaakt in verscheide Kunsten, worden aangemerkt als de beslissendste proeve van hunne groote Beschaafdheid. Cortes, en de vroegste Spaansche Schryvers, spreeken 'er van met verrukking, en beweeren, dat de beroemdste Europische Kunstenaaren de Mexicaansche in vindingryk- en netheid van werk niet konden evenaaren. Zy verbeelden Menschen, Dieren, en andere voorwerpen, door zulk eene schikking van verschillend gekleurde vederen, dat ze, zo men wil, alle de uitwerkzelen van licht en donker voortbrengen, de natuur keurlyk en eigenaartig uitdrukken. Hunne cieraaden van Goud en Zilver worden beschreeven als van geen min kunstig maakzel. - Doch wy dwaalen zeer gereed in 't vormen onzer begrippen, wegens den staat der Kunsten onder gebrekkig beschaafde Volken, als wy op algemeene beschryvingen afgaan. In het beschouwen der Werkstukken eens Volks, met ons bykans tot eene en dezelfde hoogte van voredring opgeklommen, gebruiken wy een nauwziftend en dikwyls een jaloers oog; terwyl wy, van onze meerderheid bewust, de kunststukken van Volken, in vergelyking met ons ruw, verbaasd staan over 't geen zy uitvoeren, in weerwil van de ongunstige omstandigheden, waar in zy zich bevonden: en wy zyn gereed, om, in het vuur onzer verrukking, ze af te maalen als veel keurlyker dan ze met de daad zyn. Aan den invloed deezer begogelingen, mogen wy, zonder eenig oogmerk van misleiding daar nevens te voegen, de vergrooting toekennen, waar mede eenige Spaansche Schryvers van de Kunsten der Mexicaanen gewaagen. 't Is niet uit deeze beschryvingen; maar uit zulke bewys- | |
[pagina 323]
| |
stukken hunner Kunsten, als nog voor handen zyn, dat wy over de maate hunner verdiensten hebben te oordeelen. Naardemaal het Schip, waar in gortes aan carel den V, de keurlykfte voortbrengzels der Mexicaansche Kunstenaaren, door de Spanjaarden verzameld, wanneer zy eerst het Ryk plunderden, zondt, genomen werd door een' Franschen KaaperGa naar voetnoot(*), zyn de overblyf, zels hunner Kunststukken veel min talryk dan die der Peruviaanen. Of 'er iets van hun Werk, uit vederen bestaande op de wyze van eene Schildery geschikt, nog in Spanje voor handen zy, heb ik niet kunnen ontdekken; doch veele hunner Gouden en Zilveren vercierzelen, als mede eene menigte hunner dagelyksche gereedschappen, berusten in de uitmuntende verzamelplaats van Natuur en Kunst, onlangs door den Koning van Spanje opengezet: Persoonen, op wier smaak en oordeel ik my durf verlaaten, berigten my, dat deeze zo hoog opgchemelde gedenkstukken hunner Kunste onvolkomene afbeeldingen zyn van gemeene voorwerpen, of ruwe beeldtenissen van Menschen en Dieren, ontbloot van bevalligheid en juistheid. De gegrondheid deezer aanmerkinge wordt bevestigd, als wy de houtsneeden of koperen plaatdrukken, door verscheide Schryvers van der Mexicaanen Schilderyen in 't licht gegeeven, beschouwen. In deeze zyn de tekeningen van Menschen, Viervoetige Dieren, of Vogelen, zo wel als de afbeeldingen van leevenlooze voorwerpen, zeer ruw en gebreklyk. De slegte Europische Tekening, hoe styf en onvolkomen ook, is fraaijer; de krabbelingen van Kinderen, als zy het ter hand neemen iets af te beelden, zyn ruim zo nauwkeurig. Maar, hoe laag men de Mexicaansche Schilderyen ook moge stellen, wanneer men ze alleen als werken van kunst beschouwt, komt aan dezelve eenen geheel anderen rang toe; indien men ze aanmerkt als de verhaalen huns Lands, als geschiedkundige gedenkstukken van hunne Staatkunde en Verrigtingen, dan worden ze keurige voorwerpen, onzer aandagt waardig. De edelste en heilzaamste uitvinding, waar op de Menschlyke schranderheid roem mag draagen, is de Schryskunst. Dan de eerste proeven deezer Kunste, die meer dan eenige andere toegebragt heeft tot het beschaaven des Menschdoms, waren zeer ruw, en dezelve naderde traaglyk en allengskens ter volmaaktheid. Wanneer de Krygsheld, na krygsroem haakende, eenige kundschap zyner Oorlogsverrigtingen aan volgende geslachten wilde mededeelen; wanneer de dankbaarheid eens Volks aan hunnen Vorst hun aanspoorde, om een verhaal van zyne weldaadigheden der naakomelingschappe ter hand te stellen, schynt de eerste wyze om deeze oogmerken te bereiken, die hun voor den geest kwam, geweest te zyn, zo goed zy konden, de daaden, welker gedagtenis zy wilden bewaaren, af te beelden. Hier van, 't welk zeer eigenaartig | |
[pagina 324]
| |
SchilderschriftGa naar voetnoot(*) mag heeten, vinden wy voetstappen, by eenigen der woestste Stammen in America. Wanneer een Aanvoerder zyner Staingenooten uit het Veld wederkeerde, nam hy den bast van een boom af, en maakte daar op eenige trekken met roode verf; deeze duidden de orde van zyn optocht, en het getal zyner volgeren, aan, als mede den vyand dien hy aanviel, de hairige schedels en de gevangenen door hem t'huis gebragt. Op die eenvoudige aantekeningen liet hy zyne vernaamdheid rusten, en streelde zich met de hoope, om, door dit middel, den lof der Oorlogshelden van volgende tyden te zullen wegdraagenGa naar voetnoot(†). De Schilderyen der Mexicaanen mogen, met deeze jammerhartige proeven hunner woeste Landgenooten vergeleeken, voor Werken van overleg en tekening gehouden worden. Zy waren, men moet het bekennen, niet bedreeven in eene andere wyze, om de voorvallen, die zy in gedagtenis wilden houden, te vermelden, dan dezelve af te tekenen. Doch zy konden een zamengestelder reeks van gebeurtenissen agter elkander opgeeven, en, door eene gepaste plaatzing der Figuuren, de gevallen van de Regeering eens Koning, zints zyne komst tot den Throon, tot zynen dood, en de voortgangen van eens Kinds Opvoeding, van zyne geboorte af tot Manlyke jaaren, beschryven; als mede de onderscheide belooningen, en merktekens van onderscheiding, den Oorlogshelden toegevoegd, naar gelange van de Krygstochten, door hun volvoerd. Eenige zonderlinge gedenkstukken van dit Schilderschryven heeft men bewaard, en ze worden, met vollen regt, aangemerkt als de zeldzaamste voortbrengzels der Kunst uit de Nieuwe Wereld. Zy verbeelden zaaken, geen woorden. Zy verschaffen beelden aan het oog, geene denkbeelden voor 't verstand. Men mag ze, diensvolgens, aanmerken als de eerste en onvolmaaktste poogingen der Menschen, op den weg om de Schryf-kunst te ontdekken. De gebreken in deeze wyze van de voorvallen te verhaalen, moet men ras gevoeld hebben. Elke ontmoeting te schilderen was, uit den aart der zaake, een zeer verdrietige arbeid; ook moesten, wanneer de bedryven ingewikkelder, en de gevallen eener Maatschappye veelvuldiger wierden, de aantekeningschilderyen van eene verbaazende dikte worden. Daarenboven konden 'er geene voorwerpen, dan die de zinnen troffen, stoffe ter optekening verschaffen; de verstands-bevattingen hadden geene lichaamlyke gedaante, en zo lang als het Schilder-schrift geen denkbeeld daar van kon opleveren, kon het niets anders dan eene zeer gebrekkige kunst weezen. De noodzaaklykheid, om dit gebrek te verhelpen, moest de vinding opwekken en scherpen; en 't Menschlyk vernuft, denzelfden koers houdende in | |
[pagina 325]
| |
de Nieuwe Wereld als in de Oude, zou misschien, door dezelfde agtereenvolgende stappen, eerst van daadlyk schilderen tot eenvoudige Beeldspraak, voorts tot Leenspreukige Tekens, dan tot willekeurige Characters, gekomen weezen, tot het eindelyk een A.B.C. ontdekte, bekwaam om alle de verscheidenheden van klankvormingen, in 't spreeken gebruiklyk, uit te drukken. In de Schilderyen der Mexicaanen bespeuren wy ook, dat deeze vordering reeds onder hun een' aanvang hadt genomen. De Plaaten, daar van uitgegevenGa naar voetnoot(*), nauwkeurig inziende, kunnen wy eene nadering tot het eenvoudig beeldspraakige ontdekken; wanneer eenig voornaam deel of gewigtige omstandigheid, in stede van 't geheel, gesteld wordt. In de Jaarboeken der Mexicaansche Roningen, door purchas uitgegeeven, worden de Steden, door elk hunner bemagtigd, steeds op dezelfde wyze afgebeeld, door de ruwe tekening van een Huis: dan om de byzondere Steden, die voor hunne overwinnende Wapenen bukten, aan te wyzen, bedienden zy zich van onderscheide zinnebeelden, nu eens van natuurlyke voorwerpen ontleend, dan van kunstig bedagte figuuren. In de Schattingrol, door den Aardsbisschop van Toledo het Gemeen medegedeeld, is het Huis, 't geen eigenlyk de Stad afbeeldde, agter wege gelaaten, en het zinnebeeld alleen ten dien einde gebezigd. Zy schynen zelfs eenigzins verder, en tot het gebruik van verbeeldingryker beeldspraak gekomen te weezen. Om | |
[pagina 326]
| |
een Monarch te beschryven, die de grenzen zyner heerschappye, door kragt van Wapenen, uitgebreid hadt, schilderden zy een Schild, met Pylen vercierd, en plaatsten 't zelve tusschen hem en de Steden, door hem te on ergebragt. Dan het is enkel in één stuk, het tekenen van Getallen naamlyk, waar in wy eene pooging ontdekken, om denkbeelden op te leveren, die geene lichaamlyke gedaante hadden. Ten dien einde waren door hun Kunst-merken, of Tekens, waar omtrent men overeen kwam, uitgevon en. Door derzelver behulp rekenden zy de Regeeringsjaaren hunner Koningen, als mede de som der schatting, die in 's Vorsten Schatkist moest gebragt worden. Een cirkel verbeeldde een éénheid, en, in kleine getallen, maakte men de telling door die te herhaalen. Grooter get llen werden door een byzonder merk uitgedrukt, en zy badden 'er, om alle de geheele getallen van twintig tot acht duizend te verstaan te geeven. De korte duur huns Ryks belette de Mexicaanen, om verder voort te gaan op dien langen weg, welke de Menschen van den arbeid, om weezenlyke voorwerpen af te tekenen, brengt tot het eenvoudig en gemaklyk Letterschrift. - Hunne verhaalen kunnen, schoon er zich eenige flikkeringen in opdeen van zodanige denkbeelden, als hun tot een volkomener schryfstyl zouden hebben kunnen brengen, niet hooger aangezien worden dan eene soort van Schilder-schrift, zo verre gevorderd, dat het hunne meerderheid boven de Wilde Stammen van America aanduidt; maar tevens zo gebrekkig, dat het ten bewyze strekke, hoe zy niet verre geklommen waren boven den eersten trap op die hoogte, welke bereikt moet worden, eer eenig Volk onder de beschaafde Volken te tellen zy’Ga naar voetnoot(*). Om nog iets van eenen anderen aart, uit dit Deel, op te leveren. De schrandere robertson, de weezenlyke oorzaaken der ontvolkinge van America opgegeeven hebbende, voegt 'er deeze bedenkingen nevens, ‘Zonder hier op behoorelyk te letten, hebben veele Schryvers, verbaasd over de schielykheid der ontvolkinge, deeze gebeurtenis, die geene wedergade heeft, aan een stelzel van Staatkunde, niet min diep doordagt dan snood van aart, toegeschreeven. De Spanjaarden, gelyk zy voorgeeven, bewust van hunne eigene onbekwaamheid, om de uitgestrekte | |
[pagina t.o. 326]
| |
[pagina 327]
| |
Landschappen, door hun ontdekt in bezit te neemen, en de onmogelykheid voorziende, om hun gezag staande te houden onder een Volk, hun in menigte verre overtreffende, beslooten, ten einde zy America mogten behouden, de Inwoonders te verdelgen, en, door het Land in eene Woestyne te veranderen, zich van hunne heerschappy over 't zelve te verzekeren. Maar zelden strekken de Volken hunne inzigten uit tot zo verre afgelegene voorwerpen, of hebben een zo diep doordagt plan; en, ter eere van het Menschdom, mogen wy aanmerken, dat geen Volk ooit, voordagtlyk, zulk een vervloekt Stelzel vormde. De Spaansche Vorsten, wel verre van naar zulk een ontwerp van verwoesting te werk te gaan, waren éénpaarig bezorgd voor de behoudenis hunner nieuwe Onderdaanen. By isabella, was de yver tot voortplanting van het Christlyk Geloof, en 't verlangen om de kennis der Waarheid, met de vertroostingen van den Godsdienst, te schenken, aan Volken van 't licht vervreemd, meer dan een enkel voorgewende beweegreden, om columbus aan te moedigen tot het onderneemen zyner ontdekkingen. Toen hy daar in slaagde, poogde zy haare Godvrngtige oogmerken te vervullen, en betoonde de tederste bezorgdheid, om niet alleen Godsdienstig onderwys, maar ook eene zagte behandeling, aan dat onschuldig deel des Menschdoms, haare Kroon onderworpen, te bezorgen. Haare Opvolgers omhelsden dezelfde begrippen; en, by veele gelegenheden, door ons in den loop der Geschiedenisse vermeld, betoonden zy hun Koninglyk gezag, op het klemmendst, om de Americaanen te beschermen tegen de verdrukking hunner Spaansche Onderdaanen. Hunne bepaalingen ten dien einde waren veele, en werden dikwyls herhaald. Wysheid hadt ze opgesteld, Menschliefde ze voorgeschreeven. Naa dat hunne bezittingen in de Nieuwe Wereld eene uitgebreidheid kreegen, die de vrees, van ze bezwaarlyk te kunnen bestuuren, kon doen ontstaan, was de aart hunner beschikkingen zo zagt, als toen hunne Vastigheden zich alleen tot de Eilanden bepaalden. Hunne voorzorge, om de Indiaanen te beschermen, schynt met den aanwas der heerschappye veel eer toe- dan afgenomen. Uit yver, om dit stuk te behartigen, maakten zy Wetten, en poogden het volvoeren daar van door te dringen, die een' vreeslyken opstand in een hunner Volkplantingen veroorzaakten, onrust en onmin in alle de overige verwekten. Maar de inhaalige gierigheid van byzondere Persoonen was te groot, om bedwongen te worden door 't gezag der Wetten. Gretige en stoutmoedige waaghalzen, verre van den Zetel des Ryksbestuurs verwyderd, weinig gewoon aan de bepaalingen van Krygstugt, terwyl zy in dienst waren, en nog min geschikt, om het zwakke Regtsgebied van Burgerlyke magt, in eene eerstopkomende Volkplanting te erkennen, versmaadden alle beschikkin- | |
[pagina 328]
| |
gen, ingerigt om paal en perk te zetten aan hunne schraapzugtige afpersingen en dwinglandy. Het Moeder-land gaf, by aanhoudenheid, Bevelschriften uit, om de verdrukking der Indiaanen voor te komen: de Volkplantingen, deeze in den wind slaande, of denkende strafloos te zullen weezen op zulk een afstand, bleeven hun als Slaaven aanmerken en behandelen. De Landvoogden zelve, en andere Bevelhebbers in de Volkplantingen aangesteld, van welken 'er verscheide zo arm en inhaalig waren als de Gelukzoekers, over welken zy het bevel voerden, helden maar al te zeer over, om hunne laage en versmaadende denkbeelden, ten opzigte van het vermeesterde Volk, te omhelzen: en, in stede van hunne buitenspoorigheden te bedwingen, moedigden zy ze aan, of zagen dezelve door de vingeren. De verwoesting der Nieuwe Wereld moet, derhalven, het Hof van Spanje niet ten laste gelegd, of aangemerkt worden als het uitwerkzel eens Staatkundigen Stelzels, daar omhelsd. Men hebbe dezelve te eenemaal toe te schryven aan de Vermeesteraars, en eerste Planters in America, die, door maatregelen, zo onbedagtzaam als onregtvaardig, de Bevelschriften hunner Vorsten tegengingen, en hun Land eene schandvlekke aanwreeven. Met nog grooter onregt, hebben veele Schryvers den onverdraagzaamen geest van den Roomsch-Catholyken. Godsdienst afgebeeld als de oorzaak van het uitrooijen der Americaanen; en de Spaansche Geestlyken beschuldigd, dat zy hunne Landgenooten aanhitsten tot het slachten van dat onschuldig Volk, als Afgodendienaars en Vyanden van god. Maar de eerste Zendelingen, die America bezogten, waren, schoon gering en ongeletterd, vroome Mannen. Reeds vroeg namen zy de verdeediging der Inboorelingen op zich, en zuiverden hun Character van de schande, door de Overweldigers hun ten laste gelegd, die, hun beschryvende als onbekwaam, om tot het volvoeren van de pligten des Burgerlyken Leevens geschikt te worden, of de leerstellingen van den Godsdienst te begrypen, beweerden, dat zy eene mindere soort van Menschen uitmaakten, op welken de hand der Natuure het merkteken van slaavernye gedrukt hadt. Uit de verhaalen, door my opgegeeven van den Menschlievenden en volstandigen yver der Spaansche Zendelingen, in het beschermen van de hulplooze kudde, hunner zorge aanbevolen, vertoonen zy zich in een licht, 't welk een luisterryken glans op hunne bediening te rug kaatst. Zy waren Dienaars des Vredes, die de harde roede der geweldenaarye, uit de vuist der Onderdrukkeren, poogden te wringen, Aan hunne veelvermogende tusschenspraak, waren de Americaanen alle schikkingen verschuldigd, die tot verzagting van de hardheid huns lots dienden. De Kerklyken in de Spaansche Vastigheden, zo Wereldlyke als Geestlyke, worden nog door de Indiaanen aangemerkt als hunne natuurlyke Beschermheiligen, tot welken zy de toevlugt neemen, te midden van de verdrukkingen en knevelaaryen, waar aan zy maar al te dikwyls zyn bloot gesteld’ |
|