Ter duidelyker voordragte hiervan toont hy eerst, hoe men zich een juist denkbeeld moet vormen, van den inhoud der Heilige Schriften, zo wel ten aenzien van 't geen ze met andere boeken gemeen, als met opzicht tot het geen ze byzonder en onderscheidend hebben. Door de ontvouwing hiervan het echte standpunt aengewezen hebbende, waerin de Bybelonderzoeker zich moet stellen, en by ene herhaelde lezing houden, om gelukkig te onderzoeken, neemt hy verder in opmerking, hoe dit byzonder soort van Schriften, overeenkomstig met derzelver character, gelezen en bestudeerd moet worden. Hieromtrent geeft hy wel byzonder de drie volgende hoofdregels aen de hand. - (1.) ‘Men moet deze Schriften leezen, niet bij enkele gedeelten, maar, zo veel mogelijk is, in eens voort, met een aanhoudend letten op 't verband van derzelver groote deelen’. En om hier in te veiliger te werk te gaen, met vermydinge van 't gevaer van 'er zyne eigen denkbeelden in te mengen is het (2.) noodzaeklyk, ‘dat men zig de voornaamste denkbeelden, door het gansche beloop van deze schriften heerschende, wel bekend maake, en eene hebbelijkheid verkrijge, van alles, wat voorkomt, tot dezelve te rug te brengen’. Daerbenevens pryst hy den onderzoekenden Lezer vooral aan, (3.) ‘dat hij zodanige Schriften, welke wel geene Bijbelsche geschiedenissen, maar wel aanmerkingen over dezelve, enz. behelzen, zo veel hem zijne taalkennis en het gebruik van goede uitleggers vergunnen, op eenmaal voort leeze, en, zonder zig, zo heel angstvallig, bij bijzondere plaetzen, wier Prophetische inhoud betwist wordt, op te houden, zig liever, den aart en de denkwijze dezer Schrijvers wel bekend maake, op dat hij, dus, de geheele Bijbelhistorie, waarop zij allerwege zien, als met eigen oogen allengs leere inzien’. - Onze Autheur zich in dit alles voornaemlyk bepaeld hebbende tot de Schriften des Ouden Verbonds, brengt dit nog kortlyk over
tot die des Nieuwen Verbonds; en verwyst den Lezer verder, met opzicht tot de Euangelien, tot het gene hy deswegens gezegd heeft, in zyne Voorreden voor het derde Deel der Historie van Jesus.
Dit is het algemene beloop van dit klein doch leerzaem Geschrift; 't welk, voor 't overige, een aental van by-