Aanspraaken gedaan op de eerste algemeene Vergadering des Oeconemischen Taks van de Hollandsche Maatschappy der Weetenschappen te Haarlem op den 15 en 22 Sept. 1778.
En
Pryzen aangeboden door den Oeconomischen Tak. Te Haarlem by J. Bosch, 1778. In gr. octavo.
Mitsgaders een Stukje, getyteld:
Aan Myn Vaderland, by gelegenheid der oprechting van dien Tak. Te Leiden by C.v. Hoogeveen Junior, 1778. In gr. octavo.
Wanneer men de drie opgenoemde Stukjes voegt, by het voorheen alom gezonden en overbekende Programma, wegens deezen Oeconomischen Tak, heeft men, zo als ons, na het doorbladeren van verscheiden losse Papieren, nopens dit onderwerp, gebleeken is, by een verzameld, het geen by uitstek, ten deezen opzichte, bewaard verdiend te worden. 'Er is ons, buiten deezen, eene menigte van Papieren raakende dit Stuk ter hand gekomen; doch het heeft ons der moeite niet waardig gescheenen van dezelven melding te maaken; waarom wy van ons eerste oogmerk, om den Leezer een verslag van alle die Schriften te geeven, afgezien hebben. Men leeze het Geschrift Aan Myn Vaderland, ten einde aangemoedigd te worden, om mede te werken ter bevorderinge van 's Lands welweezen, en na te gaan hoe deeze inrigting van den Oeconomischen Tak daar toe kunne strekken. Men doorbladere de Voorafspraak van den Eerwaarden van der Aa, en de Nareden van den Eerwaarden Couperus, op de eerste algemeene staatelyke byeenkomst der Leden van den Oeconomischen Tak, geduurende het tydverloop van den 15 tot den 22 Sept. 1778, ten einde aangemoedigd te worden, om 'er deel in te neemen. En men zie eindelyk, uit de aangebooden Pryzen, op de vereischte voltrekking der voorgestelde zaaken, welke heilzaame vrugten men van dien Tak hebbe te verwagten, wanneer deskundigen, op zulk eene aanmoediging, zig te sterker laaten uitlokken, om de hand aan 't werk te slaan, zo tot hun eigen eer en voordeel, als ten algemeenen nutte van het Vaderland; waartoe 't te wenschen is, dat alles moge strekken.