Brief en Aanmerkingen over de uitzinnige begeerte tot het Spel; beneffens eenige andere Zedekundige Stukjes, door den Heer Dusaulx, Lid van de Koninglyke Akademie der fraaye Weetenschappen, van die van Nancy enz. Uit het Fransch vertaald. Te Amsterdam by G. Warnars, en te Harlingen by V. v.d. Plaats 1778. Behalven het Voorberigt 128 bladz. in gr. octavo.
Hy, die zich min of meer verslaeft aen 't Spel, zo dat het van ene uitspanning ene bezigheid worde, die leze deze aenmerkingen van den Heer Dusaulx, over de uitzinnige begeerte tot het Spel, om 'er zich by tyds tegen te wapenen. Hy, die 'er zich aen overgeeft, om zyn gewaend geluk na te jagen, neme de onderrichtingen van dezen Schryver ter harte, om nu nog, eer 't te laet is, ten duidelykste te zien, aen welke gevaren hy zich blootstelt. In 't ene en 't andere geval is dit Geschrift, ten dezen aenzien, van ene uitstekende nuttigheid. De Heer Dusaulx stelt hier in een Brief, geschreven aen iemand, die zich door 't Spel op ene gevoelige wyze te leur gesteld vond, en enige nevensgaende aenmerkingen, mitsgaders in een gedeelte van een Tooneelstuk tot dit onderwerp behoorende, op ene zeer nadruklyke wyze voor, hoe laeg, hoe haetlyk, hoe vol gevaren, ja hoe sterk van alle zyden bestraffenswaerdig het zy, zig aen de drift tot het Spel over te geven. - By deze Papieren, welken recht geschikt zyn, om deze ondeugd, ‘die byna alleen de ondeugd der wanhebbelyke en werkelooze armoede, of van den onverzadelyken en ongeregelden rykdom is’, ten sterkste tegen te gaen, komen nog enige andere Zedenkundige Stukjes van dezelfde hand; welken hy, zo als hy in de Voorreden meld, 'er bygevoegd heeft, ‘om, door die verscheidenheid, vergoeding te bezorgen aen Lezers van eene zachte en vreedzame geäertheid, wien de onrustverwekkende razerny, welke hy getracht heeft te schilderen, volstrektelyk vreemd is’. - Hy schetst ons in eenen Brief het character van een braef Man, wiens overlyden hy aen zynen Vriend meld; en doet dezen Brief vergezeld gaen van etlyke byvoegzelen, die in de schets zelve niet wel ingevlochten konden worden, en dienen om