Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1778

Robbert de Vries. Treurspel. Door Willem Haverkorn de Jonge. Te Amsteldam by I. Duim 1777. Behalven de Voorreden 81 bladz. in octavo.

De ongelukkige uitslag van den Kryg, tusschen Hollandsch Voogd Robbert de Vries, (ter handhaavinge van 't wettige bezit van zynen Pupil Diderik,) en den Utrechtschen Bisschop Willem van Gelder, (ter begunstiginge van zynen Neef Godevaert;) uit kragte van welken Robbert zich genoodzaakt vond, met zyne Graaflyke Gemaalin en Kinderen, het Land te ruimen, is het ontwerp van dit Treurspel. Het voorgevallene, den Geschiedkundigen bekend, heeft de Heer Haverkorn zeer wel ten Tooneel geschikt; de verdeeling der Bedryven en aaneenschakeling der Tooneelen geeft een natuurlyk beloop der zaake aan de hand; dat op eene gepaste wyze voortgaat en ten laatste afloopt, op eene mánier, welke deezes Voogds, in die omstandigheden, waardig is. De onderscheiden persoonen, daar in werkzaam, leveren eene groote verscheidenheid van Characters, die de Opstelder van dit Stuk eigenaartig gade slaat. Over 't geheel is de uitvoering van 't zelve zodanig, dat de jonge Dichter aanmoediging verdiene, om zig verder in de Tooneeloefening te volmaaken; en bestendig stoffen uit te kiezen, die leerzaam zyn, gelyk hy in deezen gedaan heeft, en in zyne Voorreden aanwyst.

[p. 96]

‘Deeze stoffe, zegt hy, kwam my des te geschikter voor, dewyl die, myns bedunkens, deeze twee voordeelen aanbracht. Ten eersten, dat Robbert de Vries hier tot een waardig voorbeeld strekt, zo wel in 't burgerlyke als in staatsregering, dat hy dien Zoon, dien hy by zyn Huwelyk als zyn eigen aangenomen had, voor alle gevaaren, geene wederwaardigheden ontziende, zo trouw heeft beschermd, dat zyn eigen Vader zulks niet beter had kunnen doen. Ten anderen, hoe gevaarlyk een heerschzuchtige Kerkvoogd is, wanneer hy, zyne waardigheid misbruikende, 's Lands Wetten ondermynt, en zich een oppergezag vormt, ten kosten van het bloed en de bezittingen der Weduwen en Weezen.’ - De lyst van Verbeteringen aan dit Stukje gehegt is wat groot; wy hoopen dat de Autheur zulks, by verderen voortgang in deeze oefening, door voorafgaande oplettendheid, meer zal voorkoomen.