woord, kieschheid van Smaak heeft dezelfde uitwerking als kieschheid van Drift: beiden breiden zy den kring uit van ons geluk en van onze elende: beiden maaken zy ons gevoelig voor geneugten en ongeneugten, die de rest des Menschdoms niet gewaar worden.
Eene kieschheid van Smaak is, nogthans, zo zeer te wenschen en aan te kweeken, als eene kieschheid van Drift te beklaagen, en, zo veel mogelyk, te verbeteren. De gelukkige of ongelukkige Toevallen deezes leevens hangen weinig van onze eigene beschikking af: doch wy zyn, voor een groot gedeelte, volstrekte meesters, welke Boeken wy willen leezen, welke Uitspanningen wy zullen neemen, wat Gezelschap wy zullen houden. - Zommige Wysgeeren hebben getragt ons Geluk geheel onafhanglyk te maaken van alles wat buiten ons is. Dit is een onuitvoerlyk bestaan: dan elk verstandig Man zal tragten zyn Geluk te stellen in zodanige dingen, als meest aan hem zelven staan, en dit is best te verkrygen door kieschheid van Smaak. Wanneer iemand deeze bezit, is hy gelukkiger door 't geen zyn Smaak dan door 't geen zyne Driften streelt, en heeft meer genots van een treffend Dichtstuk of eene weldoorwrogte Redenvoering, dan de kostbaarste weelde der wellust kan verschaffen.
Hoe zeer kieschheid van Smaak en van Drift aan elkander verbonden zyn in de oorspronglyke gesteltenis der Ziele, valt moeilyk te bepaalen. Myns bedunkens zyn ze zeer nauw aan elkander verknogt. Elk heeft gelegenheid om op te merken, dat de Vrouwen, met kiescher Driften dan de Mannen begaafd, ook een' kiefcher Smaak hebben, in de cieraaden van opschik, toestel, en de gewoone welvoeglykheden van gedrag. Iets uitmuntends in deeze stukken doet hun Smaak veel eer aan dan dien der Mannen: en kan iemand den Smaak eener Vrouwe treffen, hy is niet verre van 't winnen haarer genegenheid.
Doch, welk eene verwantschap 'er oorspronglyk ook moge weezen tusschen deeze gesteldheden, ik hou my ten vollen verzekerd, dat niets kragtdaadiger strekke om de kieschheid van Drift te geneezen, dan het aankweeken van dien fynder Smaak, welke ons in staat stelt om over de Characters der Menfchen, de opstellen van Vernuft, en de voortbrengzels der beschaavende Kunsten, te oordeelen. - Ons Oordeel zal door 't gebruik meer en meer gesleepen worden; wy zullen ons rechtmaatiger kundigheden van dit leeven vormen; veele dingen, die anderen behaagen of mishaagen, zullen ons te laag voorkomen en onzer opmerkinge onwaardig weezen: en wy zullen, allengskens, die ligtgeraaktheid en kieschheid van Drift, welke zo veel onrusts baart, afleggen.
Een welaangekweekte Smaak, voor de beschaavende Kunsten, vermeerdert onze aandoenlykheid voor alle tedere en aangenaame Driften, en bevrydt teffens de Ziel voor ruwer en ongestuimer beweegingen: dit steunt op twee zeer blykbaare gronden. - Voor