Naberigt.
HEt Vertoog van den Heer j.g. voldoet ons in zo verre dat wy het zullen plaatzen; doch wat laat ingezien zynde, zou het eenigzins ontydig komen, waarom wy het tot gelegener tyd uitstellen.
Het Klinkdicht van J.B.j. schoon niet af te keuren, komt thans niet wel ter snede, en 't is niet denkelyk, dat wy eene geschikte gelegenheid zullen vinden, om het zelve plaats te geeven.
De Herderskout van J. v.P. is ons te omslagtig of te veel gerekt: het Slot is goed; maar wy zagen het Stukje gaarne wat beknopter.