tegen men haar reeds 32 aftappingen gedaan hadt: waarvan ieder 12 a 15 pinten water opgeleverd hadt, men had haar recas te vergeefs onderworpen aan 't gebruik van openende en afdryvende middelen, de gewoone, in deeze soort van Ziekten. In zulken staat kwam ze in ons Ziekenhuis, en niet tegenstaande de menigvuldige aftappingen welke ze reeds ondergaan hadt, was het evenwel noodzaakelyk daar nog veelmaalen naderhand de toevlugt toe te neemen. De Lyderes zelve verzocht dikwyls om dit hulpmiddel ter verligting, dewyl 't haar byna onontbeerlyk was geworden, zo dat men somtyds genoodzaakt was, om deeze bewerking alle agt dagen te herhaalen. Vervolgens scheen zy te zullen vervallen in eene uitteerende Ziekte: dog de aftappingen nu minder noodzaakelyk geworden zynde, stelde men ze van tyd tot tyd langer uit; in 't eerst verliep 'er een tyd van twintig dagen, vervolgens van zes weeken, en eindelyk van twee maanden tusschen ieder aftapping; de hoeveelheid van vocht verminderde aanmerkelyk by ieder Operatie, en ze won langzamerhand wederom aan in krachten; alle de vaten scheenen wederom haar veerkracht te krygen: daarby zo bleek het ook dat de voeding van 't lighaam zich herstelde. Eindelyk, naa 60 aftappingen gedaan in twee en een half jaaren, is deeze Vryster uit 't Ziekenhuis gegaan met alle waarschynlykheid van eene geheele herstelling; hebbende genoegzaame krachten om haar voorgaanden staat van dienstbaarheid weder aan te vaarden. Vervolgens is ze wederom volkomen hersteld: en heeft geene kwaade gevolgen van haare voorgaande Ziekte overgehouden. Men moet mede de Geneezing toeschryven aan haare zeldzaame standvastigheid, van dagelyks alle de openende en versterkende middelen te gebruiken die in haare omstandigheid dienstig waren; ze nam hierby een zeer nauwkeurige leevenswyze en eetregel in acht. - Deeze Waarneeming toont aan, dat,
schoon de aftapping geen algemeen hulpmiddel zy in de Waterzucht, dezelve ondertusschen dikwyls noodzaakelyk zy, en niet kan ontbeerd worden, om de ingewanden van een drukkenden last te ontheffen, en ze meer daar door in staat te stellen voor de werking van openende en de toonherstellende middelen. De buitengewoone hoeveelheid van water ontlast op deeze wyze in 't gemelde geval, en de verbaazende schielyke aangroeijing, leveren hier de proef van op. Men heeft ook van deeze bewerking 't voordeel, dat de melkvaten daardoor van drukking bevryd worden; anders zal men vergeefs door voedzaame middelen trachten de verloorene krachten te herstellen: men kan niets vorderen zo lang deeze hinderpaal de voeding belet.