Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1777
(1777)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijDe Azynkooper. Tooneelspel, in drie Bedryven. Gevolgd naar het Fransche van den Heere Mercier. Te Amsterdam by A. v.d. Kroe 1777. In octavo 102 bladz.INgevolge der voorheen gemelde bedoelde verzameling van Zedelyke TooneelstukkenGa naar voetnoot(*), heeft men dit Tooneelspel als eene tweede proeve afgegeeven. Het behelst leerzaame characters, die natuurlyk in werkzaamheid gebragt zyn. Jullefort, een Heer van aanzien, is een belangzugtig Minnaar, die Mejuffrouw Delomer ten Huwelyk begeert, ter oorzaake van den rykdom des Vaders, en den schat, dien zy ten Huwelyk zal brengen. Dominique, de Zoon van een Azynkooper, naar 't uiterlyke een Man van geen vermogen, is een belangloos Minnaar, die zig met Mejuffrouw Delomer, zo hy 't dorst onderstaan, in den Egt zou wenschen te begeeven, al ware zy van allen rykdom versteeken. De Heer Delomer is een naarstig eerlyk Koopman, doch die, door een zwaar bankrot gekraakt, op 't punt stond van slinksche wegen in te slaan, om zig te redden, zo niet zyn Comptoirbediende Dominique hem overgehaald had, om in alles eerlyk te blyven handelen. En de oude Dominique, de Vader van den laatstgenoemden, is een Man, die, zyne handteering vlytig waarneemende, en eene zuinige leevenswyze lei- | |
[pagina 515]
| |
dende, stilzwygende eene groote somme gelds verzameld had, met oogmerk om zynen Zoon daar door gelukkig te maaken, of, by deszeifs vroeger overlyden, dat geld te doen dienen, ter reddinge van een ongelukkig braaf mensch. Mejuffrouw Delomer is eene welopgevoede Dame, die haaren Vader teder bemint, en uit kragt hier van hem ook haare gehoorzaamheid wil betoonen, in haare hand te geeven aan Jullefort; wiens aanslagen de Vader, in vertrouwen op deszelfs zuivere liefde tot zyne Dogter, begunstigt; terwyl zy haare min voor den jongen Dominique met moeite in haaren boezem als smoort. - Het voorgenomen Huwelyk met Jullefort is vastgesteld en staat voltrokken te worden: maar, in die tydsomstandigheden ondergaat de Heer Delomer het bovenaangeduide ruïneus bankrot; en de laage inzigten van Jullefort openbaaren zig. - Middelerwyl had Vader Dominique uit zynen Zoon verstaan, dat hy Mejuffrouw Delomer zuiver beminde, en dat zy ook hem niet ongunstig was, maar dat de ongelykheid van staat hunne vereeniging dwarsboomde, des hy 'er met hartzeer van af moeste zien. Dit bewoog hem gebruik te maaken van zynen opgeleiden schat; en zulks in 't werk te stellen, zonder te weeten, welke veranderingen 'er in 't Huisgezin van Delomer ontstaan waren. Het gevolg van dit alles is, de redding van den ongelukkigen Delomer, en de gewenschte Egtverbintenis deezer twee Gelieven. Men heeft het beloop deezer geschiedenisse, welke men zegt gegrond te zyn in eene vroegere waare gebeurtenis, voorgedraagen in wel aan een geschakelde Tooneelen, die naar eisch aan de characters beantwoorden, en verscheiden leerzaame lessen behelzen. |
|