dus gesteld, is met vier zyden van vier onderscheidene stukken houts rondom beslooten, op een houten Raam; het agterstuk, zynde dat waarop de werkman zit, is een weinig naar het Wiel voorwaarts hellende gemaakt; op het voorstuk is de bereide aarde geplaatst; op de zydstukken laat hy zyne voeten rusten, en deesen zyn neigende of hellende gemaakt, ten einde hem meer ruimte te geeven. De aarde bereidt hebbende, legt de Pottebakker een rond stuk van dezelve op het cirkelvormig hoofd van de Neut, en neêrzittende draait hy het Wiel met zyn voet, tot dat het eene genoegsaame snelheid heeft; als dan, zyne hand met water nat maakende, drukt hy het voorste van zyne vingeren in het midden van den klomp, en vormt dus de holte van het vat, voortgaande om het zelve in het midden te verwyden; en draaiende dus de binnenzyde in de vorm met de eene hand, terwyl hy de buitenzyde met de andere vormt, het Wiel gestadig rond draaiende, en zyne hand van tyd tot tyd nat maakende. Wanneer het vat te dik is, gebruikt hy een plat stuk yser, eenigsints scherp op den kant, om af
te snyden het geen overtollig is: en wanneer dit voltooid is, wordt het van het cirkelvormige hoofd afgenomen, door een koperdraad, dat onder den voet van het vat doorgetrokken wordt.
De Pottebakkers Draaibank is insgelyks eene soort van Wiel, maar veel eenvouwdiger en slegter dan het voorgaande; derzelver drie hoofddeelen zyn een yseren Balk of As, van drie en een half voet hoog, en van twee en een halven voet diameter, horizontaal geplaatst op den top van een Balk, en dienende om 'er het vat op te vormen: en een ander groot houten Wiel, alles van één stuk, drie vingeren dik, en twee of drie voet breed, op den bodem aan denzelfden Balk vastgemaakt, en parallel met den Horizont. De Balk of de Axis draait door eenen Spil op den bodem in een yseren Staander. De Werkman geest de beweeging aan de Draaibank met zyn voet, stootende het groote Wiel geduurig met den voet; geevende het steeds een grooter of kleiner graad van beweeging, naarmaate zyn Werk zulks vereischt. Hy werkt met de Draaibank, met dezelfde Instrumenten, en volgens dezelfde manier als met het Wiel. De vormingen worden gemaakt door het houden van een stuk hout of yser, gesneeden in de gedaante van de vorm tot het vat, terwyl het Wiel rond draait; maar de voeten en handvatsels worden gemaakt op zig zelven, en met de hand aangezet, en indien 'er eenig snywerk in moet komen, zoo wordt dit gemeenlyk in houten vormen gedaan, en stuk voor stuk op de buitenzyde van het vat gestooken.
Wanneer de Potten gedraaid zyn, dan worden ze na de droogte of warmte geschooten, tot dat ze in staat zyn om een oor daaraan te zetten. Dan worden ze weder na de droogte gebragt, om ze verder te maaken, zoo als ze in haar fatsoen behooren te