Het bewys voor de Goddelyke Zending van Moses, van den Hoog-Eerwaardigen Heer W. Warburton, Bisschop van Worcester; ter Toetse gebragt, en onderzogt in een gemeenzaamen Brief aan een Vriend. Uit het Engelsch. Alom te bekomen. In groot octavo 32 bladz.
DE zonderlinge manier, op welke de Bisschop Warburton de Godlyke Zending van Mozes tracht te bewyzen, uit hoofde dat die Wetgever van Gods oude Volk, (zo hy beweert,) geen gebruik gemaekt heeft, van de Leer van Belooningen en Straffen, in een toekomend leven, rust op dien grondslag, dat geene Burger-maetschappy, zonder ene mindere of meerdere kennis dier Leere, buiten ene wonderdadige bestiering der Godlyke Voorzienigheid, op den duur bestaen kan. En 't is deze grondslag, welke de Schryver van dit Stukje, wel inzonderheid, op het oog heeft; bedoelende de ongerymdheid van dat denkbeeld handtastelyk te doen zien, en integendeel te toonen, dat ene Burger-maetschappy, zonder de erkentenis dier Leere, zeer wel te bestieren zy. De Schryver voegt 'er wyders, om te meerder voor te komen, dat men hem niet verdenke, als of hy de Leer der toekomende Belooningen en Straffen poogde te ondermynen, in de manier van een Aenhangsel by, ene wederlegging van des Bisschops gevoelen, dat Mozes en de Propheten geen gebruik van deze Leer gemaekt hebben, en dat de Israëliten daer van geheel onkundig geweest zyn. - Met het krachtloos maken van 't een en 't ander vervalt des Bisschops bewystrant, dien men, gelyk ook het grootste gedeelte van zyn schryven over dit onderwerp, veelal meer vernuftig dan bondig geoordeeld heeft; welke beoordeeling ook gestaefd word, door 't geen de Schryver van dezen Brief, tegen des Bisschops hoofdstelling en redenering, aenvoert.