Wonderlyke lotgevallen van een gezelschap Heeren en Juffrouwen. Behalven de Voorreden 318 bladz. in octavo.
De vrolyke en Galante Kermisvreijer. In octavo 16 bladz.
TWee Schriften van de morsigste soort. Men wendt voor, dat men zulke Schriften gemeen maakt, om anderen van de Ondeugd af te schrikken; maar zo dra men slegts eenige bladzyden doorbladert, ontdekt men terstond, dat ze geschreeven worden, door Schryvers, die zig met zodanige Historiëtten vermaaken. Van daar is hunne Schryfwyze niet zo zeer ingerigt, om zulk eene slordige leevensmanier in een haatlyk daglicht te stellen, als wel om onkuische Leezers nog meer te ontvonken. Wy zeggen, onkuische Leezers; want dezulken, die een rein hart omdraagen, en dat willen bewaaren, zullen soortgelyke Schriften, als zy hun onder de oogen komen, op het eerste inzien, terstond wraaken. - Een Jongeling of Jonge Dogter, die zodanige Papieren greetig leest, verraadt zigzelven maar al te duidelyk.