zy de zeden, verzagt en verbetert zy de hartstogten; terwyl zy de gemoederen der burgeren vereenigt en verbindt. Tot roem van den Letterkundigen Staat verrykt zy de geleerde konsten, dien zy behulpzaam is, door dezelven op te cieren. Zy is dus, in 't een en 't ander opzigt, ten uiterste nuttig voor het Gemeenebest, en verdient des ten hoogste gepreezen te worden. - Dit zal, dit kan niemand, die den Heer gresset gehoor geeft, wraaken: alleen is 't mogelyk, dat hem het misbruik nog tegen haar inneeme; dan hy hoore den Redenaar, en legge der Harmonie niet ten laste, 't geen niet der Harmonie, maar derzelver misbruikeren te wyten is.
‘Ik weet, is zyne taal, ik weet dat bedorventheid dikwils een misbruik van deeze Konst gemaakt heeft, dat zy deeze ten koste van de Deugd, ten voordeele der verleiding, tot schande der Zeeden geschonden, vernederd en verachtelyk gemaakt heeft. Ik weet dat men haar dikwils de oneerbaare vreugden bedryven van Sibaris en Caprea heeft laaten vernieuwen, en der Schipbreuken, eertyds veroorzaakt in de Tireenische Zeeën, door de bedrieglyke stem der Dochter van Achilaus. Maar is zodanig een misbruik voor deeze Konst niet eerder een ongeluk, dan een misdaad? Zal de Muziek, die heldhaftig in haar oorsprong is, veroordeeld worden, om dat de ongebondentheid haar zomtyds tot slegte en bedorvene gebruiken doet dienen? Zouden alle onze Konsten niet verbannen worden, indien men verbande al 't geen waar van een misbruik gemaakt word? Dikwils worden de Wetten der Rechtsgeleerdheid geschonden; zal men daarom den Tempel van Themis voor altyd sluiten? Dikwils is de Zee van Schipbreuken bedekt; moet men daarom alle de Schepen, die in onze Havens zyn, aan de vlammen opofferen? Dikwils brengt de Dronkenschap woede, twist en doodslagen voort; moet men daarom onze Bergen en Heuvelen van de Wynstokken, die haar vercieren, berooven? Laat ons het misbruik hervormen, zonder het gebruik af te schaffen; laat ons de Harmony tot de zuiverheid van haaren oorsprong, tot de schoonheid van haare Lente, tot haaren eersten luister wederbrengen. De Muziek te willen vervolgen, zoude eene berooving van een bekoorlyken band zyn voor het Staatkundige Gemeenebest; het Hart zoude 'er een aangenaame aandoening, en de geheele Natuur een vermaak door verliezen.
Laat dan deeze beminnelyke en edele Harmony altyd heerschen; maar laat haar Ryk zig nooit verheffen op de Puinhoopen der Zeeden; laat zy, verlost van de Jonische ver-