Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1776(1776)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Klinkdicht. MYn Zangster word genoopt, genoodzaakt, om te dichten; Maar 'k heb geen voorraad! Zwyg van zaaken! 'k heb geen woord Daar ik op dichten kan. Wie heeft het ooit gehoord? 'k Moet echter zingen; voor deez' drift moet alles zwichten. De Dichtkunst dringt my thans. Ik zal 'er my naar richten. Welaan! maar, of myn Zang ooit eenig mensch bekoort Raakt my op heden niet. Ik zing, door dwang, maar voort. De Dichtkunst heeft haar doel, en treft my met haar schichten. Lach om haar schichten! dryf met 's Dichters drift den spot! Ik zing, om dat ik moet. Ik dicht, en dit 's myn Lot. Ik dicht, en gy, gy lacht; geef ruimte aan uwe Longen! Ik zing; en heb geen stof. Die wil, roep vry, 't is dwaas! Veel menschen vinden vreugd in 't maaken van geraas. Lach vry; ik lach met u; ik heb van niets gezongen. Vorige Volgende