racters naar een en dezelfde maate af te meeten. Hy heeft genot van de vrugtbaare en verhevene verscheidenheid der Natuure, in de verschillende middelen, welke zy haaren Gunstgenooten verleent, om de Menschen te behaagen, te verlichten en dienst te doen. Voor hun is het boven al dat 'er niets verlooren gaat, 't welk goed en pryzenswaardig mag heeten. 't Is voor een oor als 't zyne, dat virgilius zo veele bekoorlykheden plaatste in de welluidenheid zyner netgepaste verzen: 't Is voor een Regter zo aandoenlyk, dat racine een' helderen straal van troost doet schynen in tedere harten, dat tacitus de ziel der Dwingelanden op 't diepst doorgrieft. By hem vervoegt zich montesquieu, als hy voor de Menschlykheid pleit, en fenelon, wanneer hy de Deugd op 't bekoorlykst vertoont.
Voor hem is ieder waarheid eene aanwinst, elk meesterstuk eene bezitting. Gewoon om uit de bron van eigen overdenking te putten, en zich van de kundigheden zyner medemenschen te bedienen, is hy, in een afgezonderd leeven, niet alleen, en geen vreemdeling in den ommegang.
Tot welk werk hy zich zette, 't zy hy, met afgepaste stappen, voortgaa in Wiskunstige beschouwingen, 't zy hy, een hooger vlugt neemende, in de betoverende gewesten der Dichtkunde zweeve; 't zy hy 't hart in Tooneelstukken roere, of in de Geschiedenissen onderwyze, hy zal, zyne schattingen aan den Tempel der Kunsten opbrengende, zyne Mededingers op den weg der eere niet zoeken te dwarsboomen, noch de gaven, die zy opofferen, tragten te verkleinen, door den prys der zynen te verheffen: hy zal zyn verbaasd oog niet afwenden van 't beschouwen der zegepraal, door anderen behaald: de loftuitingen, door anderen verworven, klinken hem niet haatlyk in 't oor. En terwyl de middelbaare vernuften zich ontrusten, door nyd zwellen, en zugten over alle vorderingen, dewyl het perk, om lof te behaalen, steeds in hun oog verkleint; ziet de rechtschaapen Geleerde, 't zelve met een wydstrekkender oog en vaster schreeden doorloopende, daar altoos gelegenheid om zich een gedenkteken op te rigten.