Het lyden van den jongen Werther. Uit het Hoogduitsch. Te Utrecht by A.v. Emenes 1776. In octavo 225 blandz.
Werther is een hartstogtlyke Jongeling, die zigzelven ongelukkig maakt. Hy lydt, 't is waar, en drukt zyn lyden, dat ten leevendigste afgemaald wordt, zeer natuurlyk uit. Maar hy lydt door zyne eigen schuld, ter oorzaake dat hy zyne hartstogten niet heest leeren beteugelen, en hy pleit voor 't involgen zyner hartstogten, als ware zulks, uit hoofde der menschlyke natuure, verschoonlyk. Dit maakt deezen Roman eenigzins gevaarlyk voor de Jeugd. De manier van voordraagen is inneemend voor hartstogtlyke gestellen; en de Zedeleer boezemt denkbeelden in, die, uit eigen aart, het ploitgeding voor 's menschen neiging ter involginge der driften begunstigen. Het tegengrst zou nog zyn, de ongelukkige uitslag van alles, daar Werther zigzelven van 't leeven berooft; maar ook de Zelfsmoord wordt door Werther vrygesproken; en dus vervalt de kragt, welke die ongelukkige uitkomst anders mogt hebben. - Werther naamlyk is verliefd op Charlotte, die reeds verloofd was; Werther wederslaat zyne drift niet ernstig, maar kweekt ze eerder aan. Charlotte gedraagt zig in die dagen, en vervolgens, gehuwd zynde, schoon tot geene volstrekte buitenspoorigheden overslaande, niet zo voorzigtig omtrent Werther, als wel betaamde. Werther blyft, na Charlottes huwelyk, nog even dezelfde; en een samenloop van omstandigheden doet hem eindelyk, uit mistroostigheid over zyn lot, wanhoopig, zich door den kop schieten. - Die 't leest; die leere 'er uit opmerken, hoe gevaarlyk het is, aan eene zyner driften den vryen teugel te geeven; want het geen hier plaats heeft in dit geval, kan in andere gevallen plaats hebben. Niet wel bestierde hartstogten hebben altoos gevaarlyke gevolgen.