Recueil van Egte Stukken, betreffende den Wel Ed. Gestr. Heer Carl Gustaff Dahlberg contra den zo zeer berugten Neger Baron, en Mede-Complicen, benevens bunne Sententien. Te Amsterdam by F. de Kruyff 1776. Behalven het Voorberigt 44 bladz.
HEt uitgeeven van dit Recueil strekt ter verdeediginge van den Heer C.G. Dahlberg, ter wederlegginge eener haatlyke beschuldiginge; als had hy een zyner Slaaven, met naame Baron, den dierbaaren Schat der Vryheid geschonken, hem in deeze Gewesten de Artillery en Vestingbouwkunde doen leeren, en hem naderhand weder als een veragten Slaaf gehandeld; waardoor hy hem dan aanleiding gegeeven zon hebben, om zyne Vryheid in de vlugt te zoeken, en zig tot een Opperhoofd der Rebellen op te werpen. Zyn Wel Ed. Gestrenge heeft, ter afweeringe van die beschuldiging, waar door hy zig met regt grootlyks beledigd agt, geen moeite gespaard, om alles by een te verzamelen, wat ter zyner regtvaardiginge kan dienen; waar toe hem, door den Ed. Hove van Politie en Crimineele Justitie der Colonie Surinaame, de Stukken ter Secretarye aldaar berustende, nopens de Sententie over dien Slaaf en deszelfs Mede Complicen, gunstig verleend zyn. Uit deeze Papieren, in dit Recueil byeengebragt, blyk ten klaarste, dat de beschuldiging van allen grond ontbloot is. Hier by komt nog, ter meerdere voldoeninge, de uitdrukkelyke verklaaring van dat Hof, op zyn verzoek, ten zynen behoeve gegeeven, welke aldus luidt.
‘Wy verklaaren by deezen, dat de Ed. Achtb. Heer carl gustaff dahlberg, Oud-Raad van onzen Hove, in geenen deele oorzaak is geweest van de desertie der gedagte Neger Baron, derzelven nimmer hebbende geinstrueerd in 't Metier den Vestingbouwkunde en Artillery, noch uit deeze Colonie na elders getransporteerd of meede genomen, en vervolgens aan een Jood verkogt, maar zulks is geweest aan een Christen, genaamt paap, die denzelve vervolgens