Astronomia of Sterrekunde, door den Heer De la Lande, Koninglyk openbaar Leeraar der Wiskunde enz. Naar den tweeden, verbeterden en vermeerdenden druk uit het Fransch vertaald, door A.B. Strabbe, Mathematichs te Amsterdam. Derde Deel, Eerste Stuk. Te Amsterdam by J. Morterre 1776. In groot octavo 264 bladz.
MEt den aanvang van dit Stuk geeft ons de Heer de la Lande eene naauwkeurige beschryving van alles wat betrekking heeft, tot de voorbygangen van Venus en Mercurius over de Zon. 't Is bekend hoe veel belangs de Sterrekundigen, in 't waarneemen van dit verschynsel, stellen, als een middel om de plaats van den knoop van Mercurius, of van Venus, en de heliocentrische lengte, onafhangelyk van de Parallaxis des grooten loopkrings, naauwkeurig te bepaalen; terwyl de voorbygangen van Venus inzonderheid het opmerkelyk voordeel hebben, van de Zons Parallaxis juister te doen kennen; waar van de afstanden van alle de Planeeten onder elkander, en met betrekking tot ons, afhangen. Van daar heeft men, bovenal zedert de laatste waarneemingen van 't gaan van Venus voorby de Zon, in de jaaren 1761 en 1769, verscheiden papieren over dit onderwerp in 't licht gegeeven, van welken wy ook nu en dan min of meer gewag gemaakt hebben. Desaangaande nu vindt men hier in het Elfde Boek eene volledige ontvouwing, die ons niet alleen dit verschynsel verklaart, en een geschiedkundig verhaal geeft van de vroegere waarneemingen, met nevensgaande berekende Tafelen van de wederkeering deezer Verschynselen, maar tevens aantoont, hoe men te werk moet gaan, om de byzondere omstandigheden dier Verschynselen te berekenen, of uit eene Figuur op te maaken, enz.; welk alles beslooten wordt, met een berigt der waarneemingen van den ingang en den uitgang van Venus, in de jaaren 1761 en 1769, als mede van de gevolgen, die men 'er uit asleidt. Voorts is het Twaalfde Boek geschikt, ter verklaaringe van de Sterrekundige Resractien of Straalbuigingen, met het geen daaromtrent zo in 't berekenen, als in 't waarneemen, in aanmerking komt. En ten laatste
wordt dit Stuk beslooten met het Dertiende Boek, dat eene gezette beschryving van de Sterrekundige Werktuigen behelst; welker beproeving en gebruik de Autheur vervolgens nader staat te melden. Sterrekundige Oefenaars zullen in 't doorbladeren van dit gedeelte, even als in de voorige Stukken, genoegen vinden; daar de Heer de la Lande mets verzuimt, om zyne onderrigtingen geregeld en ten klaarste voor te draagen.