Utrechts zang-prieeltjen
(1649)–Anoniem Utrechts zang-prieeltjen– AuteursrechtvrijStemme: Alst begint.
H Ier onder dees Switser Marmer leyt,
Hier onder dees Switser Marmer leyt,
De Moeder van al de sorghloosheyt,
De Moeder van al de sorghloosheyt,
Die haer lijf en leven
Int 't geselschap heeft begeven
Bruylingh-dandom, bruylingh-dandom.
| |
[pagina 120]
| |
2 Blijdelijck is sy verresen weer, &c.
Nu later ons singhen tot haerder eer,
Al met gesangh betrachten,
En houden haer in gedachten,
Bruylingh, &c:
3. Met eenen als haer den geest ontvloog
Soo sietmense met haer naers om hoogh,
Die in het oorlogh rasen,
Dies roepen wy alle garen
Bruylingh, &c.
4. En of men het nou so vol weer schonck
Gelijck het was doen ick het dronck,
'tIs noodigh, want mijn mede-gesel,
Die sout hem anders belgen wel,
Bruylingh, &c.
| |
[pagina *9]
| |
|