Ulenspiegel

(Antwerpen 1580)

[p. 41]

Literatuur

In het hierna volgende overzicht bevindt zich de literatuur die voor de inleiding gebruikt werd, of die ter verdere oriëntatie kan worden geraadpleegd.

Antwerpen in de 16de eeuw:

F. PRIMS, Geschiedenis van Antwerpen, Antwerpen 1927-1949, 29 dln.; F. PRIMS, Antwerpen door de eeuwen heen, Antwerpen 1951;. L. VOET, De gouden eeuw van Antwerpen. Bloei en uitstraling van de Metropool in de zestiende eeuw, Antwerpen 1973; GENOOTSCHAP VOOR ANTWERPSE GESCHIEDENIS (ed.) Antwerpen in de XVIe eeuw, Antwerpen 1975, daarin: A. BOUSSE, Het historisch Gebeuren, blz. 21-36; C. DE CLERCQ, Kerkelijk Leven, blz. 55-93; J. ANDRIESSEN, Het geestelijke en godsdienstige Klimaat, blz. 203-232; K. VAN ISACKER en R. VAN UYTVEN, Antwerpen. Twaalf eeuwen geschiedenis en cultuur, Antwerpen 1986.

Antwerpen als centrum van handel en cultuur:

Antwerpen in de XVIe eeuw, daarin: J. VAN ROEY, De Bevolking, blz. 95-108; W. BRULEZ, De Handel, blz. 109-142; R. LAUWAERT, Ambachten en nieuwe Nijverheden, blz. 143-160; L. DE BARSEE, De Bouwkunst, blz. 361-389; F. SMEKENS, De Beeldhouwkunst (1500-1550), blz. 391-405; M. CASTEELS, De Beeldhouwkunst (1550-1600), blz. 407-417; C. VAN DE VELDE, De Schilderkunst, blz. 419-447; L. DE PAUW-DE VEEN, De Graveerkunst, blz. 447-483.

[p. 42]

Antwerpen en de boekdrukkunst:

P. SCHNEIDERS, Papieren geheugen. Boek en schrift in de westerse wereld, Weesp 1985; W.Gs. HELLINGA, Kopij en druk in de Nederlanden, Amsterdam 1962; L. VOET, The Golden Compasses. A history and evaluation of the printing and publishing activities of the Officina Plantiniana at Antwerp, Amsterdam 1969; L. VOET, De typografische Bedrijvigheid, in: Antwerpen in de XVIe eeuw, blz. 233-255; M.E. KRONENBERG, Verboden boeken en opstandige drukkers in de hervormingstijd, Amsterdam 1948.

De Van Ghelen-dynastie:

A.A. VORSTERMAN-VAN OYEN, Les Van Ghelen imprimeurs, in: Messager des sciences historique, 1883, blz. 20-28; A. ROUZET, Dictionnaire des imprimeurs, libraires et éditeurs des XVe et XVIe siècles dans les limites géographiques de la Belgique actuelle, Nieuwkoop 1975, blz. 71-73; J.G.C.A. BRIELS, Zuidnederlandse boekdrukkers en boekverkopers in de Republiek der Verenigde Nederlanden omstreeks 1570-1630. Een bijdrage tot de kennis van de geschiedenis van het boek, Nieuwkoop 1974, blz. 285-288.

Antwerpen en de literatuur:

J.J. MAK, De rederijkers, Amsterdam 1944; A. VAN ELSLANDER, Het refrein in de Nederlanden tot 1600, Gent 1953; G. DEGROOTE, Oude klanken, Nieuwe accenten. De kunst van de rederijkers, Leiden 1969; G.Jo. STEENBERGEN, Het Landjuweel van de rederijkers, Amsterdam 1950; Antwerpen in de XVIe, daarin: L. ROOSE, De Letterkunde, blz. 321-348; F. CLAES, Studie van de eigen Nederlandse Taal, blz. 301-320.

[p. 43]

De Historie van Thijl Uilenspiegel:

W. LINDOW, Ein kurtzweilig Lesen von Dil Ulenspiegel [...] Durchges. u. bibliogr. erg. Ausg., Stuttgart 1978; P. HONEGGER, Ulenspiegel. Ein Beitrag zur Druckgeschichte und zur Verfasserfrage, Neumünster 1973; H. BLUME / W. WUNDERLICH (ed.), Herman Bote - Bilanz und perspectiven der Forschung, Göppingen 1982; W. WUNDERLICH, ‘Till Eulenspiegel’, München 1984; M. NIJHOFF, Ulenspiegel. Van ulenspieghels leven ende schimpelijcke wercken [...], 's-Gravenhage 1898; A. VAN NIMWEGEN, Tijl Uilenspiegel. Van Uilenspiegels leven en daden en de wonderlijke avonturen..., Utrecht-Antwerpen 1979; L. GEERAEDTS (ed.), Het volksboek van Ulenspieghel, Kapellen 1986 (Klassieke Galerij, nr. 42), daarin een uitvoerige bibliografie op blz. 85-89.