Voorwoord
In de Europese literatuur kennen we slechts weinig voorbeelden van werken die in alle, of althans nagenoeg alle talen zijn vertegenwoordigd. De Historie van Thijl Uilenspiegel is er een van, een boek dat door de eeuwen heen jong en oud heeft gefascineerd door de listigheid en doortraptheid, waarmee de soms charmante, dan weer boosaardige deugniet en potsenmaker Uilenspiegel zijn tijdgenoten beetnam. Iedereen kreeg zijn deel, niemand in de maatschappij van die tijd, van hoog tot laag, werd ontzien, ook niet als het ging om Uilenspiegels eigen kring of stand. Door deze meedogenloze afspiegeling krijgen we een aardig inzicht in het functioneren van de samenleving in de late middeleeuwen. Onverhuld werden de zwakten en gebreken van de adel, de clerus, de ambachtslieden, de boeren, burgers en buitenlui beschreven. De toenmalige lezer herkende z'n buurman of buurvrouw, maar ook... zichzelf. Dit nu is de formule die het werk zo populair gemaakt heeft in de loop der eeuwen. De attractiviteit van het boek werd nog verhoogd door de talrijke illustraties, die niet alleen ter verfraaiing van het werk dienden, maar daarnaast ook een pedagogische functie vervulden; ze verschaften een visuele ondersteuning voor diegenen die nog niet zo bedreven waren in het lezen.
Het volksboek van Uilenspiegel is weliswaar in het Duitse taalgebied ontstaan, de verspreiding over een groot deel van de Europese literatuur ging uit van de Nederlanden, om precies te zijn van Antwerpen. Daar werd al kort na de publikatie van het Duitse origineel een Nederlandse vertaling gedrukt, die al even snel wederom in het Engels en het Frans werd overgezet. Ook deze uitgaven verschenen allereerst in Antwerpen. Opnieuw een voorbeeld waar de Nederlandse literatuur een bemiddelende positie tussen de Duitse en Franse of Engelse literatuur ingenomen heeft.