De twee vrolyke confraaters. Zingende de nieuwste liederen(1795)–Anoniem Twee vrolyke confraaters. Zingende de nieuwste liederen, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 30] [p. 30] Eliza en Coelyn. Op een Fraaje Wys. 1. 't Was in de Morgenstond, Dat Eliza door de stroomen, Ontwaakte en haar Minnaar vond, En hy dacht by haar te koomen. Ach gy zoud gestadig treuren! Vaarwel Eliza ik gaa schep moed, Met u lieffelyke kleuren, Dien ik nu verlaaten moet. 2. Getroffen door zyn klacht, Sprak Eliza met schreijende oogen, Hy die myn smert verzacht, Dat is niet te gedoogen. Gy wist hoe teeder ik u beminde, Helaas Coelyn bemind gy niet, Ach helaas zoo gy myn ontvliet, Ik overleef de rampspoed niet. 3. Terstond wierp deeze Held, Zyn Wapentuig ter needer, Eliza was niet min ontsteld, Vloog in de armen van haar Held. En stryd vol moed als Leegerknegten, Steld u voor Eliza bloot, Maar verwacht geen andere dood, Als dan in Eliza's schoot. Vorige Volgende