De twee vrolyke confraaters. Zingende de nieuwste liederen(1795)–Anoniem Twee vrolyke confraaters. Zingende de nieuwste liederen, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 16] [p. 16] Een Nieuw Lied. 1. Spaart, Meisjes, vry Al uwe Tover-Lonkjes, Ik schou die Minnne Vonkjes, 'k Haat die Slaverny, Een ander kan uw' Vlammen bluszen 'k Zal my voortaan wel wagte u te kusse, Die uit een droog Bed op wil staan, Moet met geen Meisjes omme gaan. 2. 'k Heb eens bemind Een zoo bekoorlyk meisje, Zeer poezel blank van Vleisje, Maar ik was verblind Waar ik my keerde of heene wende. 't Was zugte, dugte, klage, zonder ende 'k Liep als een Zots-kap door de Stad, Die zyn verstand verlooren had. 3. Maar nu ter tyd Geef ik om Leonoortje, Hoe schoon zy is geen oortje, 'k Ben die zotheid kwyt; 'k Wil om een meid myn vryheid niet verliezen Maar 'k zal voortaan de Roode Baay verkiezen: Want, is men van het drinken moe Men slaapt gerust tot 's morgens toe. Vorige Volgende