KortVerhaal. Jaargang 32(2011)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 156] [p. 156] Twee sonnetten Patty Scholten Verbinden Hij slaapt tot ver in maart, de paddenvent. Dan moet er snel een bruid worden gevonden. Haar lijfje zacht, van eieren bolrond en hoe meer wratten hoe beter is de trend. Maar vreemd: hij valt in greppels van cement. Want Doorwerth heeft bij het kasteel verbonden de stuwwal met de natte paringsgronden. Zo'n ecotunnel was hij niet gewend. Nu zijn ze er. Want niet alleen de padden, ook dassen, vossen en konijnen hadden een botsing soms met Fiat of Kadett. De pad hopt veilig naar de waterkant. Er rest hem een oud beeld: een zachte hand die hem behoedzaam pakt en overzet. De matkopmees Ach, Priegel heeft een vogeltje genekt zie ik bij 't opstaan. Veertjes overal. Maar geen klein lijk in kamers of de hal. De kat beschouwt mijn zoektocht stilgebekt. Ik ga aan 't werk. Daar zit hij, grijsgevlekt en sfynxt me aan, of ik hem redden zal. Ik grijp doortastend naar de verenbal en heb hem met mijn handen toegedekt. Hij pikt naar me, het snaveltje gesperd, maar dat is goed voor zaden, fluitconcert en niet geschikt om mensen te verwonden. Ik open 't raam. Voor Priegel geen dessert. Hij is gevlogen, werd te licht bevonden. Ik heb hem naar zijn hemel teruggezonden. Vorige Volgende