De Tweede Ronde. Jaargang 23(2002)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 89] [p. 89] Vier horecagedichten Patty Scholten Hotel Sacher, Wenen Ik ben weer in de baarmoeder beland. De moeders dragen witte schortjes, kapjes, ritselen langs met koffie, kleine hapjes voor dames die zacht praten, zeer van stand. Al het servies is rood met goud omrand. Kristallen kroonluchters, fluwelen trapjes, stellages vol met taarten, cakes en flapjes. Wat heren schuilen weg achter een krant. Vlak bij me zit een soort hysterica. Ze trekt grimassen, wiebelt continu, tot wrevel van haar mannelijk escorte. Ze wenkt een ober. ‘Ist er wieder da?’ vraagt hij en gaat op jacht met het menu: ook wespen zijn verzot op Sachertorte. [pagina 90] [p. 90] Koffiehoek in bejaardenflat De leeftijd is hier: oud maar nog niet dood. Ze hebben nog een roombroodje te gaan, al is er weldra geen ontkomen aan. Hun derde been rust bij een tafelpoot. Ik lees van hun gezicht wat 't leven bood, want toen de klok sloeg, is het blijven staan in wijsheid, wrok, berustend, zelfvoldaan. Gegroefde handen in een dorre schoot. Wat zoek ik hier? Mijn toekomst, reisbagage? Het denken aan die tocht maakt me al moe: van trappenhuis naar flat of bel-etage. Mijn trein raast voort en is niet meer te stoppen. Steeds minder wissels. Eén ding slechts neemt toe: van vrienden zwartomrande enveloppen. [pagina 91] [p. 91] Hollandse Eenheidsprijzen Maatschappij Amsterdam Zo Hollands als de erwtensoep met spek. Het volk is één, al zitten er scholieren te sms-en, kletsen met z'n vieren. Een kind sproeit roze Fristi in mijn nek. Bejaarden hebben hier hun vaste stek voor stamppot, boerenkool met worst, papieren servetje in hun boord tegen het klieren. Ook havermout met basterd is in trek. Ik luister naar het tikken van bestek. Ik wil hier lang en vredig zitten blijven, bij het gemurmel van een zacht gesprek. Maar dan zie ik wantrouwige gezichten. Ik ben de zonderling die zit te schrijven. Ik schaam me of ik ze zit op te lichten. [pagina 92] [p. 92] De gaarkeuken Men nuttigt hier tot nut van 't algemeen. Geen karnemelkse pap meer voor tien centen, maar er is volop rijstepap met krenten, gehakt en hutspot met veel ui en peen. Veel jus vooral. Er zit een man alleen en leest de NRC. Naast hem studenten, een groepje stamgasten dat elkaar kent en met weinig woorden schuift men trouw bijeen. Een vrouw neemt restjes mee in plastic zakken. De etiquette kent één regel maar: je dient hier in de gaarkeuken te prakken. Ik voel me thuis en tegelijk ook vreemd. De klok draait terug. Ik ben weer achttien jaar, net uitgevlogen en al zo ontheemd. Vorige Volgende