De Tweede Ronde. Jaargang 23(2002)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 65] [p. 65] Twee gedichten Patty Scholten Restaurant Museum voor Schone Kunsten, Brussel Men komt er via een hardstenen trapje: toeristen met een trui los omgeslagen en heren die een pak met stropdas dragen. Een vrouw - alleen als ik - nipt van een sapje. Men lest beschaafd de dorst en vult de magen. Vier vrouwen nemen babbelend een hapje van hun salades, lachen om een grapje, brengen hun dienblad naar de afruimwagen. Ik wou wel in die koele hoofden kijken. Heeft dan geen beeld hun hart in vlam gezet? Waar is de wilde vreugde om Van Eyck en de opwinding om Ensor, Giacometti? Slechts één man vouwt de handen in gebed. Maar hij dankt niet voor Bruegel. Voor spaghetti. [pagina 66] [p. 66] Ton Koopman dirigeert Hij plukt de noten, meet ze met zijn handen, Gods eigen tuinkabouter. Elke dag is hij de zwartgerokte knecht van Bach, dient hem met passie en met offeranden. Hij buigt en strekt met fladderende panden, wijst dat het tempo nog wat sneller mag. Lichtvoetig als een zachte zomerdag wordt de cantate, suite, sarabande. Een kuikenkoor spert snavels op de maat. Hij voert ze mollen en ze groeien uit tot leeuweriken die hij schallen laat. Heer Koopman, blijf zo spelen alstublieft. Ik zweef, voel rillingen over mijn huid. Maar ben ik nu op Bach of u verliefd? Vorige Volgende