cheder: godsdienstschool voor kinderen |
choepe: letterlijk: huwelijksbaldakijn, ook gebruikt voor de huwelijksceremonie |
chossid (mv. chassidim): aanhanger van het chassidisme, een stroming binnen de joodse godsdienst |
chrein: mierikswortel |
goj (mv. gojim): niet-jood |
havdole: ceremonie om het eind van de sjabbes te vieren met een zegening over wijn, geurige kruiden en gevlochten kaarsen |
hazkore: rouwceremonie ter herdenking van een gestorvene |
kiddesj: zegening over de wijnbeker bij het begin van de sjabbes of van een feestdag |
lerngelt: geld benodigd om te lernen |
lernen: het bestuderen van vooral de tora en de talmoed |
Litwak: Litouwer |
mikwe: ritueel badhuis |
mitswe: Goddelijk gebod of verbod; de term kan slaan op verplichtingen waar vrouwen van waren vrijgesteld, bijv. het verblijven onder een tent tijdens het Loofhuttenfeest |
nebbech: nebbisj, waardeloos |
omejn: amen |
poroiches: voorhang voor de heilige Ark, waarin de tora-rollen worden bewaard |
rebbe: chassidische rabbijn |
s'brent: er is brand |
sjabbes: sabbat |
sjammes: hulp van de rabbijn, koster |
sjlemazzel: pechvogel |
talles: gebedsmantel |
tefilien: gebedsriemen die door belijdende joden om hoofd en linkerarm worden gewikkeld |
Tenach: Oude Testament |
trejfe: onrein (volgens joods ritueel gebruik) |
Tsenerene: titel van een gebedenboek voor vrouwen met tora-commentaar |