De Tweede Ronde. Jaargang 21(2000)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 52] [p. 52] Ode aan de jaloezie Hein Walter Je krijgt zo vaak aan de voordeur te horen dat je niet welkom bent, maar aan de achterdeur, in het holst van het donker, als geen ander het ziet, word je gretig naar binnen getrokken, alsof je de lieve deugd zelf bent. Ja, zelfs ik, moet ik bekennen, bekijk je op straat met diep in mijn gezicht gegrifde minachting, al weet ik dat jij, op dagen van tegenslag, mijn redder zult zijn; dan haal jij me uit de diepte met sterk gevlochten verhalen van mannen die zakken met geld verdienen en slapen met lustige vrouwen. Dan neem je me mee door straten vol auto's die nieuw zijn en glanzen en lees je hardop de nummerborden aan me voor, zwervend door het alfabet. En we trekken langs lachende huizen met garages als wangen en hangende tuinen als vallende haren. Bij het meest opvallende huis laat je ons stilstaan. Hier woont geluk, zeg je dan. En ik staar naar de welvaart en wil doodgaan als ik jou zie bij de deur en de bel hoor. Meneer doet open en ziet in seconden dat jij het bent en smijt de deur dicht. Later zie ik je glippen langs bittere planten die op moeten groeien tegen de schutting, naar de achterdeur, waar vlugge armen je binnen trekken. Niemand mag het weten. Zo kom je binnen. Zo moet je leven. En ik loop terug naar mijn kleine huis en zal schrijven om niet te vergeten een ode aan jou. Vorige Volgende