De Tweede Ronde. Jaargang 20(1999)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 89] [p. 89] Twee gedichten Kees Jiskoot Zeeuws nieuws ...Een graf of veertien moest geruimd, want opgeruimd staat netjes. De delvers lichtten goedgeluimd de doden uit hun bedjes en legden zorgzaam bot bij bot, maar schrokken zich een hoedje toen 't laatste stoffelijk overschot verbolgen riep: ‘Wat moet je?’ Dit nieuwsbericht stond uitgebreid in De Kortgener Bode, die echter naliet, tot mijn spijt, te praten met de dode. Zo snap ik niet waarom die vent niet eerder opgestaan is, nu kennelijk tot dit moment zijn lichaam niet vergaan is. Je zou die krantenmannen toch, die hem niet ondervroegen! Waar woont hij thans? En leeft hij nog? Bevalt hem dat? Geen sjoege. - Al houdt, dicht Bloem, het leven dan zijn wonderen verborgen, de dood niet minder, ook die kan voor een verrassing zorgen. Maar hem die gruwt van wonderbaar verrijzen en verrassen, die spitte men niet onder, maar men late hem verassen. [pagina 90] [p. 90] Corpora aliena Hommage aan Cees Buddingh' Waar ik geducht de schurft aan heb is 't feit dat ik geen lurven heb. Wat dat zijn, waarom zo geheten, ik zou 't bij Jupiter niet weten. En nog zoiets: wat is een hurk, waar elk op zit, van Brit tot Turk? Geen hoela (amme?), smiezen (in de?) zijn op mijn hele lijf te vinden. Daar komt dan nog de falie bij, alom present, maar niet bij mij. Je bent wel mooi gehandicapt wanneer je geen dier dingen hebt. Of zijn ze soms familie van Cees Buddingh's kriks en porulan? Maar wie heeft ooit een kriks gezien? Verzonnen, net als lurf misschien? Als dát zo is, welnu, dan is met mij niets mis als ik iets mis. Vorige Volgende