De Tweede Ronde. Jaargang 20(1999)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 51] [p. 51] Light Verse [pagina 52] [p. 52] Drie gedichten Hendrik Jan Bosman Ezechiël 1 Ik zag, en zie: een stormwind uit het noorden Een zware wolk met daarin vuur en glans En daarin iets - hoe falen mij de woorden - Wat op metaal gelijkt, het blinkt althans Vier manspersonen staan nu in de lichten Nu ja, personen: met wat vleugels dan Hun hoeven zijn van koper. Hun gezichten: Ik tel er vier per leeuw/rund/arend/man Vier wielen draaien langzaamaan hun rondje Daarin weer wielen, die vol ogen staan En heen en weer, zo volgzaam als een hondje, Rolt ieder wiel achter zo'n wezen aan Een indrukwekkend schouwspel, beste vrinden, Maar wat mijn therapeut ervan zal vinden...? [pagina 53] [p. 53] Mattheüs 14:25 Een dominee, een priester, een rabbijn Met hengels aan het meer van G. gezeten Genoten van het weer. De vissen beten Er moest alleen nog wat te drinken zijn De rabbi stond dus op, liep over 't water, Kocht aan de overkant een flesje wijn Om na een poos en zonder centje pijn Geïmiteerd te worden door de pater Toen zou de dominee wat halen gaan Hij haalde een nat pak en sloeg een flater De priester vroeg de rabbi met geschater: ‘Zal ik hem zeggen waar de paaltjes staan?’ Jesjoe bar-Josef (net als zijn sandaaltjes Zeer droog) sprak: ‘Hoe bedoel je? Welke paaltjes?’ Johannes 6:19 Wat? Een boete? Maar agent toch! Lopen mag hier, Bent u zot? Op het meer van Galilea Geldt toch slechts een Zwemverbod? Vorige Volgende