De Tweede Ronde. Jaargang 15(1994)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 61] [p. 61] Twee gedichten André Spruit Westerik De lucht van bladgoud en het water blauw. Het gras is bleek als een papieren plant, papieren blaren in het natte zand, reukloos, voorgoed vergeten, als dor hout. Ze staat doodstil met opgeheven hand. Er vallen lange druppels door het beeld dat van haar overblijft. Het komt verdeeld in grote kringen bij de overkant. Daar komt langzame muziek vandaan: Fauré, een elegie. Ze buigt haar hoofd en ziet een vreemde in het water staan. Beweging van muziek is het begin en dat moet voortgaan, stilstand is de dood en dood, dood dat is droefheid zonder zin. [pagina 62] [p. 62] Hopper - second-story sunlight Ze kijkt omlaag vanaf een wit balkon met uitzicht op het bos. De takken kraken onder de vrachten blad, alsof een laken te strak staat uitgespannen in de zon. Het evenwicht waarmee de dag begon is zoek. Wanneer ze uit balans zal raken, zal dat een einde aan de stilte maken: van tweehoog stort ze neer op het beton. Binnen muziek, Dvorzak, ze klemt haar handen over de leuning en kijkt in het dal. Een cello speelt tussen de gele wanden. De lucht betrekt, en hoor daar zijn ze al, de oorverdovende geluiden van de zondag die ze niet beleven zal. Vorige Volgende