De Tweede Ronde. Jaargang 15
(1994)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 80]
| |
PuntdichtIn sporten en in stunten
Heb ik van kindsbeen uitgemunt
Zo won ik laast op ...
Een .erwedstrijd in De.
| |
GroenWie de Groene Weg blijft zoeken
Opdat de Groene Toekomst gloort
Moet nu al zijn vakantie boeken
In 't biobak-vakantieoord
| |
[pagina 81]
| |
VroegerVroeger was het leven fijn
Maar al ga ik op m'n kop staan
Het zal nooit meer vroeger zijn
Ik had vroeger moeten opstaan
| |
Kolibrie‘Ik heb weer vieze kaas gehad’
Zei onze Franse kolibrie
‘Terwijl ik brie wil van de mat
Krijg ik hier altijd foliebrie’
| |
Onaf (vrij naar Michel van der Plas)Ik zit wat voor het vensterglas
Te klooien in de keuken
Ik wou dat ik twee hondjes was
| |
[pagina 82]
| |
RaponsjeDoor de modder en het grind
Door moeras en labyrint
Gaf ik paard na paard de sporen
Naar de vesting in het koren
Waar mijn liefste weeft en spint
Gooi je vlechten uit de toren
Gooi je haren in de wind
Als de nieuwe dag begint
En de rozerode tint
Van de dageraad gaat gloren
Zal ik haar voorzichtig storen
Met het liedje dat ons bindt
Gooi je vlechten uit de toren
Gooi je haren in de wind
Voor haar voordeur vastgepind
Wacht ik tot de tijd haar zint
En als zoveel maal tevoren
Klim ik naar de hooggeboren
Jonge vrouw die mij bemint
Gooi je vlechten uit de toren
Gooi je haren in de wind
Met een blik die mij verslindt
Trekt zij het fluwelen lint
Uit de wrongen op haar oren
Om de zinnen te bekoren
Van haar onbezonnen vrind
Gooi je vlechten uit de toren
Gooi je haren in de wind
Maar een man is stekeblind
Want de haren die hij vindt
Zullen op een dag behoren
Aan de heks die plompverloren
Heeft gewonnen van het kind
Gooi je vlechten uit de toren
Gooi je haren in de wind
|
|