De Tweede Ronde. Jaargang 8
(1987)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 75]
| |
Haarlemmer halletjesGa naar voetnoot*
| |
[pagina 76]
| |
Mooie HelDoor onze zeilboot schrikken uit het riet
wat eenden op, maar ze voltooien snel
hun korte boogvlucht - zie het vlooienspel -
met poten waarmee wordt gewaterskied.
Dit aanhangsel van 't Spaarne-stroomgebied
noemen de Nederlanders Mooie Nel;
een echte Mug spreekt juist van Mooie Hel,
het sjibbolet voor Haarlemmer of niet.
Zoals wij noodgedwongen telkens weer
het roer omgooiden als bij toverslag
een nieuwe koers moest worden uitgezet,
zo ga ik aan mijn tafel elke keer,
al zeilend door de ruimte, overstag
binnen de Mooie Hel van het sonnet.
| |
LuilakmarktBij lampionlicht boven bloementafels
heeft Haarlem 's nachts aan Pinksterbroeders maling.
Een Volendammer visser kan zijn paling
vlotter verkopen dan zijn buurman wafels.
Ik hoor van duif en Geest en nederdaling,
maar zie slechts vogels met ballonnennavels,
die aan een touw, met gas tot in hun snavels,
aan kinderpolsen meegaan, na betaling.
Vrijdags voor Pinksteren is Luilakmarkt:
heidens lawaai en nachtelijk geschuifel
langs de Raamsingel, vol met bloemenkramen.
Heeft ieder Haarlems huisje zijn cyclamen
of Ster van Bethlehem, wordt als de duivel
de straat geveegd, de grasrand schoongeharkt.
| |
[pagina 77]
| |
Haarlem op schoolDon Frederik liet de bazuinen schallen.
Drie dagen eerder was aan Pieter Kies
de stoel van burgemeester Dirk de Vries,
een Spaansgezind verrader, toegevallen.
En met ‘Leve de Geuzen’ als devies
liet Ripperda de hakebussen knallen.
Ook Kenau was zó dapper op de wallen,
dat de Spanjool steeds weer de aftocht blies.
Na zeven maanden won de hongersnood.
De strijders werden gruwelijk gedood,
maar Alva wou de vesting zelf niet binnen.
Twaalfduizend manschappen verloor Duc d'Alve,
zodat door Haarlems helden reeds ten halve
van Alkmaar de victorie kon beginnen.
| |
Haarlems roemrijkst wapenfeit (31 januari 1573)Na onderaardse strijd met dolk en spa
in Haarlems grond, in mijn en tegenmijn,
verloor de stad het Kruispoort-ravelijn,
maar 't Spaanse leger Campocassia.
Dan loopt het storm op Janspoort en gordijn;
de Kruispoort wordt ontruimd door Ripperda.
Perea's vendel roept: ‘Victoria’,
maar krijgt nog een verrassing van Dardein.
Het Kruispoort-blokhuis, ondermijnd met kruit,
vliegt op een vuurzuil, onder hels geluid,
met zijn beklimmers, hoge officieren,
met hellebaarden, bussen en rapieren,
als bloederige brokken in de lucht.
Het Spaans gespuis slaat witjes op de vlucht.
| |
[pagina 78]
| |
De DamiaatjesO Spaarnestad, denk niet dat ik je slijm
omdat ik er nu eenmaal ben geboren.
Als ik de Damiaatjes aan moet horen
val ik van pure wanhoop haast in zwijm.
Die grote terts die tingelt van de toren
en je door merg en been gaat als een vlijm
van negen tot half tien, o Haarloheim,
komt elke avond weer de rust verstoren.
De Baaf doet, Wijbo Wartena ter eer
- een kruisvaarder, gedood bij Damiate -
sinds 1562 tingtang-tang.
Vijfhonderd keer (!) is zenuwslopend lang.
Waarom riep Coornhert destijds niet: ‘Met mate!’
Geef Wijbo vijf minuten, tien, niet meer.
| |
Uit Haarlems houtAan 't Spaarne liep zich de Spanjool te pletter;
na zeven eeuwen stad verdween de Mof.
In 't eerste vredesjaar zag ik, Godlof,
het levenslicht te Haarlem. Kan het netter?
Pas nu versterft de echo van de plof
van een uit Haarlems hout gesneden letter
door Lourens Janszoon, 's werelds eerste zetter
toen hem de afdruk in de bodem trof.
Daarmee werd Coster op zijn eigen houtje
in 1423, onze Loutje,
voorgoed de uitvinder der boekdrukkunst.
Vríjheid van drukpers is een recht, geen gunst.
Spanjool en Mof heeft Haarlem afgestraft
met Kenau Hasselaar en Hannie Schaft.
|
|