Soms hebben tweetalige woorden in beide gevallen dezelfde betekenis - man, pier, top, winter - wat geen beletsel hoeft te zijn; maar interessanter is het, wanneer ze alleen in hun schrijfwijze zichzelf blijven. Waarbij men kan profiteren van het feit dat tent in het Engels ook wijn kan aanduiden, dat the drink ook gezegd wordt voor de zee, dat men kan raise a stink, dat man, hand, land, park, best, flop etcetera ook werkwoordsvormen zijn. Kortom, een ruim speelterrein.
Frans en Duits zijn lang niet zo dienstvaardig; in laatstgenoemde taal treden hoofdletter en Umlaut storend op, Frans heeft ook een eigendommelijke spelling.
We bepalen ons dus tot Nederlands/Engels, zoeken identieke woorden en hun identieke rijmen, stellen op die basis twee verhaaltjes samen en vullen de regels dienovereenkomstig in.
Het is natuurlijk mooi en nastrevenswaardig dat de regels 1 en 2 precies even lang uitvallen, evenals 3 en 4, 5 en 6 en zo vervolgens.
Verder moeten die regelparen onderling niet te veel in lengte verschillen; dan immers kunnen de rijmwoorden zich goed manifesteren in hun versatiliteit. Ideaal is gelijke lengte van alle regels.
Metrum, lengte en rijmschema zijn vanzelfsprekend facultatief. Een kwintijn zou te maken zijn, zelfs een triolet of sonnet, maar daar heb ik geen tijd voor. Daarom hier slechts een korte, eenvoudige biling, met tweemaal dezelfde inhoud.
Het straatgeweld was weer compleet op
A dark and sleazy street - a teenage gang
Ik zag een groepje skinheads, en werd
No chance to get away... a flash - a bang
Een stilte, toen ineens een flits, en
My stomach felt one sudden, crunching pang!
Het was een schrikdroom van de eerste
But I came round when the alarm clock rang
Tweelettergrepige woorden zijn in deze categorie niet dik gezaaid, en tegenwoordige deelwoorden als storing, baring, haring en paring zouden aan het eind van Engelse versregels veel te moeizaam aandoen. Baker en maker zijn in beide talen heel acceptabel (al weet ik niet of bakers hier nog bestaan) maar braker, slaker, staker en waker klinken