De Tweede Ronde. Jaargang 6

[p. 72]

Kleine Adam
Arnulf Øverland^*
(Vertaling Lisette Keustermans en Peter Verstegen)

Kleine Adams grote hoofd
torent op zijn dunne hals.
Adam danst wat stijf, plechtstatig,
een melancholieke wals,
oogstte zelfs een woord van lof,
maar toch is zijn stemming matig.

‘Dames kiezen nu een heer!’
Kleine Adam danst niet meer.
In een hoekje weggescholen
kijkt hij hoe zijn vrienden dansen.
Lange Leif danst met Constance,
'n viertal meisjes vecht om Ole!

Adam gaat naar huis, alleen.
't Is de dansschool van het leven:
Vier, vijf meisjes voor de één,
voor de ander een of geen;
alle kaarten zijn vergeven.

Speelse gunst van 't lot, al die
weelde gaat aan hem voorbij.
Snel naar huis, weldra schrijft hij
daar zijn eerste poëzie.

* Arnulf Øverland (1889-1968), ontwikkelde zich van revolutionair dichter in de jaren twintig tot een fel bestrijder van elk modernisme. Zijn werk heeft een vaak moralistische inslag. ‘Kleine Adam’ komt uit de vroege bundel Den ensomme fest (1911).

Lille Adam

Lille Adams store hode
kneiser på hans tynne hals.
Man har rost ham: Ikke dårlig!
Adam danser en alvorlig,
melankolsk og stivbent vals
og er ikke vel tilmode.

Damene skal engagere.
Adam danser ikke mere.
Fra den tomme rad av stole
ser han sine venner danse.
Lange Leif har fått Constance,
fire stykker sloss om Ole!

Adam går alene hjem.
Slik er livets danseskole.
En får fire, en får fem,
en får én, og en får ingen,
- lilleslem og storeslem.

Alle livets lunefulle
stjerner små gikk ham forbi.
Nu vil han gå hjem og dikte
sig sin første poesi.