De Tweede Ronde. Jaargang 5(1984)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 172] [p. 172] Allemaal best John Donne (Vertaling W. Jonker) Ik kan beminnen blond en zwart; Haar die in weelde baadt, haar die in armoe leeft; Haar die alleen wil zijn, en haar die feesten geeft; Het plattelandse en het steedse hart; Haar die vertrouwt, haar die het erop waagt; Haar die met sponzige ogen klaagt, En haar die kurkdroog is en zich gedraagt. Ja, haar, en haar, en haar, en jou, en jou; Allemaal, maar één ding mag ze niet zijn: trouw. Trekt jullie dan geen andere ondeugd aan? Is het niet bruikbaar meer wat jullie moeders deden? Of werd dat saai en zoek je nu naar nieuwe slechtigheden? Of ben je bang dat mannen trouw zijn? Waan! Dat zijn we niet, wees net als wij: Gun mij - en neem - er twintig bij. Schud me uit, maar bind me niet, laat me weer gaan. Ik reisde via jou, moet ik voortaan Hier blijven - om jouw trouw - als je onderdaan? [Engels] I can love both fair and brown; Her whom abundance melts, and her whom want betrays; Her who loves loneness best, and her who masks and plays; Her whom the country formed, and whom the town; Her who believes, and her who tries; Her who still weeps with spongy eyes, And her who is dry cork and never cries. I can love her, and her, and you, and you; I can love any, so she be not true. Will no other vice content you? Will it not serve your turn to do as did your mothers? Or have you all old vices spent, and now would find out others? Or doth a fear that men are true torment you? O we are not, be not you so; Let me - and do you - twenty know; Rob me, but bind me not, and let me go. Must I, who came to travel thorough you, Grow your fixed subjects, because you are true? [Nederlands] [pagina 173] [p. 173] Venus hoorde dit lied, en zij Zwoer bij het zoetste deel der liefde: wisseling, Een eind te maken aan zulk ongehoord gedwing. Zij ging op onderzoek, kwam terug en zei: ‘Ik trof wat liefdesketters aan, Een stuk of drie, die in hun waan Dat trouw geen kwaad kan, wachtend blijven staan. Hun heb 'k gezegd: “Als je niet anders kan, Dan zal je trouw zijn aan 'n ontrouwe man.”’ [Engels] Venus heard me sigh this song; And by love's sweetest part, variety, she swore, She heard not this till now; it should be so no more. She went, examined, and returned ere long, And said, ‘Alas! some two or three Poor heretics in love there be, Which think to stablish dangerous constancy. But I have told them, “Since you will be true, You shall be true to them who're false to you.”’ Vorige Volgende