De Tweede Ronde. Jaargang 3(1982)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 40] [p. 40] Vier gedichten Rob van Moppes Dierentuin Als grenzen zijn geslecht van mijn en dijn of willens wetens leed is aangedaan - de culpabiliteit des daders buiten kijf - dreigt hem de cel: wellicht een flinke zit. Doch wie geen blaam treft weet zich vrij en gaat en staat naar wens en willekeur. Alleen het dier dat droevig incourant is krijgt levenslang ter lering en vermaak van wie een kaartje koopt: geen amnestie bereikt zijn kooi: hij zit zijn dagen schuld- loos uit en thuis vertelt het opgewonden kind van wilde beesten waar een streepje door loopt. Oud strijder Hij legt zich bij zijn jaren neer; opstandig evenwel en zonder vree. De stok slagvaardig in de hoek; de bril blijft binnen handbereik; de tanden knarsen onder water door; de pil, die bitter is, geslikt en als de nood het hoogst is is de steek, hoe pijnlijk ook, onder het bed nabij. Knokige knuisten bovendeks gebald om droom van later te verdrijven. [pagina 41] [p. 41] Blindenlied De zon schijnt uitgedoofd en dus is dag ook nacht achter die grote zwarte brillen. Wit-rood geblokt is voelspriet brandmerk; kijk uit pas op en stoeprand valkuil. Wie in het duister tast voelt best waar het om gaat: es lebt aber es zeigt sich nie. De mus voor Peter Vos Het zijn met velen maakt hem klein in 't oog van wie de wet der schaarste stelt en naar grandeur zoekt in de lucht. Hij doet gewoon maar wat hem zint en dat is lang niet gek genoeg voor wie exotisch pronken mag of hoge noten op zijn zang heeft. Hij leeft als vogel zonder waarde en om die reden zonder kooi. Te ordinair voor goede sier mag hij zich heel gelukkig prijzen. Vorige Volgende