De Tweede Ronde. Jaargang 3(1982)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 126] [p. 126] Twee gedichten Kees Stip De Tweede Ronde ‘Klinkt helder op, gebeeldhouwde sonnetten!’ Die regel werd gebeeldhouwd door Jacques Perk. Kloos kon het ook, al klotste hij te sterk, en niets kon de vernieuwing nog beletten. Vernieuwing draagt nog steeds van Hooft het merk, die in de klei, de vaderlandse vette, Italiaanse populieren zette. Ze wuiven nog vandaag door ieders werk. Petrarca evenarend geeft Verspoor ons nu de renaissance rechtstreeks door. Van Hooft tot Voeten groeit hier allerwegen omhooggestuwd door Fondse en Verstegen na alle pracht iets bijna nog veel prachtigers: de renaissance van de Nieuwe Tachtigers. [pagina 127] [p. 127] Lof der genever Als lenteregen voor de grassen is, broeders, zo het feestuur niet dat onze dorstige karkassen met water van de geest begiet? Uit heel ons wezen bloeit de weelde van dit schoon leven en de lof van 't land dat ons zo nobel teelde, zo stoer, zo tierig en zo tof. Het hart, door broedermin beademd, strekt naar een einder onversperd een arm die alle klei omvademt waaruit dit volk getrokken werd. En als de ziel, dat ruisend orgel, zijn klankregisters openzet welt uit de vaderlandse gorgel een onversneden drankgebed. Een lied waarop wij, bolsbevlogen, ontheven aan ons aards domein het hemels Overal weer mogen betreden, Waar de Meisjes Zijn. Vorige Volgende