De Tweede Ronde. Jaargang 2
(1981)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 157]
| |
Negen gedichten
| |
Wake (1915)Een hele nacht
neergesmeten naast
een van mijn maten
die is omgebracht
zijn blote tanden
naar de volle maan
gekeerd
en de kramp van
zijn handen
in mijn stilte
gepenetreerd
heb ik brieven
vol liefde geschreven
Nooit ben ik zo hevig
verbonden geweest
met het leven
| |
Kuil van de nacht (1916)Het aangezicht
van deze nacht
is droog
als een vel
perkament.
| |
[pagina 158]
| |
Deze gebogen
nomade
sneeuwzacht
laat los
als een omgekruld
blad.
De eindeloze
tijd
gebruikt mij
als een
ritseling.
| |
Heelal (1916)Uit zee
maakte ik mij
een doodkist
van koelte.
| |
Genot (1917)Ik voel de koorts
van deze vloed
van licht.
Ik ontvang deze dag
als een steeds
zoetere vrucht.
Mijn berouw
vannacht
zal zijn
als geblaf
verloren in de
woestijn.
| |
[pagina 159]
| |
IJdelheid (1917)Plotseling
hoog
boven het puin
de klare
verbijstering
van het immense
En de man
gekromd
over het door
de zon
verraste water
hervindt zich
als schaduw
gewiegd en
langzaam
verbrokkeld.
| |
Je draagt (1918)Je draagt
de oneindige
matheid mee
van de geheime
krachtmeting
van deze aanvang
welke de aarde
telkenjare
ontketent.
| |
[pagina 160]
| |
Soldaten (1918)We zijn als
in het najaar
aan de bomen
de blaren.
| |
De lichtende dauw (1918)De aarde siddert
van welbehagen
onder een zon
van zacht
geweld.
| |
Rust (1929)De druif is rijp, het veld geploegd,
De berg komt los van de wolken.
Over 's zomers bestofte spiegels
Viel schaduw,
Tussen de weifelende vingers
Is hun schijnsel helder,
En ver.
Mee met de zwaluwen
Vlucht laatste pijniging.
|
|