De Tweede Ronde. Jaargang 2(1981)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 160] [p. 160] BalladeGa naar voetnoot* Christine de Pisan (Vertaling Willem Wilmink) Van alle pijlen aan het liefdesfront heeft geen mijn hart gehavend en gewond. Gode zij dank, nog ongedeerd ben ik, mij ving in geen gevangenis of strik de Liefdegod. Ik smeek hem niet en doe geen enkel bod, 'k leef zonder hem gelukkig en sereen: ik heb geen minnaar en ik wil er geen. Ik ben niet bang dat op een kwade dag door achternageloop of oogopslag of zoete praat er een is die mij vangt, er is er geen naar wie mijn hart verlangt. Verwacht geen hulp, jij, heerschap. Kruip gerust weer in je schulp door 't woord waarmee je hoop op slag verdween: ik heb geen minnaar en ik wil er geen. Zo'n vrouw, die in de nesten is geraakt, die beter maar een einde had gemaakt aan haar bestaan, met broodmes of met zwaard, daar lach ik om. Wat is zo'n mens nog waard? Mijn leven lang ga ik, dat is mijn plan, mijn eigen gang, en schop ik elke zeur een blauwe scheen: ik heb geen minnaar en ik wil er geen. God van de Liefde, laat mij toch alleen, ik heb geen minnaar en ik wil er geen. voetnoot* Ne trop nepeu au cuer me sens frappee Vorige Volgende